vrijdag 30 maart 2018

Hermen Johan Wijnbergen gemoedelijk en misschien Joods

Hermen Johan Wijnbergen was een heel aardige man. Hij woonde als eerste huurder aan de Buitenveldertselaan en heeft mij vele jaren vanaf de galerij op de eerste verdieping gegroet. Daarbij zei hij steevast al vijftig jaar weduwnaar te zijn, alsof onderscheiding. Hij was een kantoorbediende.
Het klopt, Wijnbergen is van 1911 als ook zijn vrouw G.H.A.J. Keuter. Ze huwden in 1944 doch zij stierf een jaar later, echt jong.
Ik heb altijd gedacht met een jodenman van doen te hebben maar dat blijkt van niet. Hij zag er echter wel joods uit.
De babbel vanaf het balcon duurde maar kort, hij kloeg over het slordig geplaatste afval toen er nog geen ondergrondse containers waren. Op eigen initiatief ging hij zelf zelfs de straat vegen.

Dan bedenk je opeens hem lang niet meer gesproken te hebben. Van 'n overlijdensdatum is me niets bekend.

dinsdag 13 maart 2018

Antonius (Toon) Franciscus Maria Bongers (1947-2006) - De tragische Held in de Strijd tegen de Nieuwe Misorde (v.a. 1969-1970)

De Spaarnekerk, Haarlem, 1969-1970
Spaarnekerk 1983
Vader Antonius Franciscus Bongers (1911-1982) bevindt zich met zoon Toon en dochter Marian in deze kerk om de Nieuwe Misorde (Novus Ordo Missæ, afgekort NOM) bij te wonen. Ze zien een altaar gericht naar de gelovigen, zo horen de Nederlandse taal en ze beluisteren gebeden totaal anders dan voorheen.

De vader die legendarisch vroom roomskatholiek is zegt na afloop: "Dit is niet meer katholiek!" Hij is voorgoed uit de kerk weggebleven.

Dit verbijsterende incident is Toon Bongers (1947-2006) altijd bijgebleven; ook hij wendde zich af van de kerk, ging als 'n Augustinus het frivole leven in, maar "bekeerde" zich tot eveneens vroom katholiek, zij het van de Oude Misorde, en streed levenslang tegen de onzalige vernieuwing door het Tweede Œcumenisch Vaticaans Concilie (1962-1965), alhoewel schoorvoetend toegevend dat de secularisatie met wegblijven uit de kerk al vóór 1962 was begonnen. En het is alleen maar erger geworden, wat Toon in zijn strijdzucht met een ongelofelijk intellectuele bagage en zijn onvermoeibare inzet voortdurend tot wanhoop heeft gebracht.

Een voorbeeld
Diagnose van de Kerk in Nederland: patiënt ongeneeslijk ziek en in laatste stadium.
Behandelingsadvies: geen, zinloos. 
Abandon Ship!
Pogingen Jacques van Oostveen (Una Voce, afgekort UV): zinloos. Verspilde moeite.
Vereniging voor Latijnse liturgie (afgekort VvLL): Leuke hobbyclub, geen betekenis.
Mgr. Gijsen: "Als wij spreken over de Kerk in Nederland, hebben wij het over een lijk."
Aarle-Rixtel, 30-3-1998


De Correspondentie
Hij vertelde dit mij dit Spaarne-incident op 18 juni 1998 maar nadien nog veel meer. Hierover gaat mijn essay/biografie met de bedoeling Toon op een hoger voetstuk te stellen en hem te prijzen voor zijn geweldige moed zij het met tragische afloop. Een jaar na Toons dood (2007) wordt toch de Oude Misorde (De Tridentijnse ritus, vanaf 1570) door pauselijke beslissing beperkterwijze in ere hersteld door een algemene vrijgave maar heeft Toon dit niet meer mogen meemaken.



Toon Bongers - Aarle-Rixtel om 2000
Frangar, non Flectar



Zijn afkomst
De stamouders vanaf begin de 19e eeuw zijn allen agrariër of landbouwer, Toon zegt keuterboer, geboortig en wonend te ('t Zand) Zeeland, NO-Brabant. Men komt dezelfde voornamen tegen zoals usance in families. De straat is 't (Voor-)Oventje, waar vermeld de grond door noeste vlijt is ontgonnen. Tegenwoordig is er geen enkel gebouw dat maar ook iets lijkt op antiek te bekennen: alles is nieuwbouw in het lintdorp Zeeland en Nabbegat.. Dit doet vermoeden dat vader Antonius Franciscus  Bongers de laatste kleingrondbezitter is geweest.

Doch is Cornelis Bongers (1884-  ) in 1907 gehuwd met Anna Maria van der Burgt (1879-1955)  voor ons naderbij: een gezin van elf kinderen. Vader Antonius is de middelste die tot na de oorlog te Zeeland woonachtig is. Hoe dit nu kan is mij mij niet bekend als je denkt dat de oudste zoon toch de zaak erft of er is hier een landvlucht door emigratie, in elk geval is Toons oudste tante Theodora Hendrika (1907) voor het beroep van pastoorsmeid vertrokken naar Cajun, Louisiana VS. Toons oom bezat een boerderij bij Achel nabij de Abdij.

Na de oorlog woont officieel Antonius Franciscus Bongers nog in Zeeland maar wordt hij als oorlogsinvalide verpleegd te Haarlem. Aldaar leert hij zijn verpleegster kennen die hem overhaalt hier te blijven. Dan gaat hij vrij laat huwen: eerst in 1945 te Haarlem op bijna 34-jarige leeftijd met Petronella Maria Hüneker (Haarlem, 1907-2001), verpleegkundige dus aan de Maria-Stichting Haarlem; zij verrichtte ook vertaalwerk, een vrouw met Westfaalse roots met baggerwerkers en grotendeels ook boeren doch was haar vader rechercheur te Haarlem. Moeder bezat een messcherpe geest, een feilloos taalgevoel en een twinkelend gevoel voor humor: moeder vond de man niet mooi, althans niet meer dan een aap.
Dan houdt het verblijf in Zeeland dus op; het paar woont te Haarlem aan de Badhuisstraat; de reden is mij onbekend, moest hij weg wegens testamentaire beschikking of zocht hij een nieuwe toekomst?  En waar leefde hij van? Ik weet nu dat hij een of ander administratief baantje had. Bleef altijd verlangend naar Brabant terig te keren. 
Hij was agrariër met naar vermeld de 6e klas van de lagere school doorlopen en met een zekere cursus (1930) in de landbouw. Heeft 14-18 militaire dienst verricht, infanterie Venlo en ziekendrager. Maar wat deed hij in Haarlem? Hij moet begiftigd zijn van financiën: van grootvader Cornelis is bekend eigenaar te zijn van 8 koeien, relatief veel voor deze regio, 300 kippen, 13 bunder (zowat hectare) grond, zand en  grind, op harde wijze onttrokken aan bos en hei, een geit, een paardje, een Belgische herder en poezen. De vader fokte voor plezier tuigpaarden.

Dan de stilte van het land, dat Toon in zijn eigen huis normalerwijs heeft behouden. Lindebomen om onder te zitten (maar die in de lyriek ook voor kussen worden benut). Grootvader pruimde en spierste een bruine straal sap naar beneden. Hij had gewoonlijk zijn pet op. Een fietser die buurtte een hortje, het piepen van de pomp. Ongelofelijk zacht water.

Grootmoeder kookte op een gatenfornuis met hammen en worsten in de schouw. Als ontbijt eigen gekarnde boter, gebakken spek van eigen slacht (Toon vermeldde geen varkens!). Met weemoed denkend aan dit heile leven van rust, gezond voedsel en vooral tevredenheid. Volop gezondheid. Kwam meneer Pastoor dan kreeg hij standaard een kèrremenaai voorgeschoteld.

Moeder Petronella was gediplomeerd verpleegkundige en afdelingshoofd in de Mariastichting te Haarlem. Een hoertje werd daar mooi gediscrimineerd. Toon was daar enige jaren misdienaar.
Kijk nooit op landelijke mensen neder: hun is soms meer wijsheid in de pink dan er op de hele Sorbonne te vinden is. Zij was geabonneerd op de Katholieke Illustratie en De (Nieuwe) Linie.

Even resumerend: vader werd 57, moeder 94 en Toon 59.


Haarlem
Er is mij weinig bekend van dit verblijf. Toon maar misschien niet Marian gaat studeren aan het Triniteitslyceum van de paters Augustijnen te Heemstede voor gymnasium.



Triniteitslyceum Haarlem 1960 (foto gemaakt 1961), Klas 1A. 
Toon Bongers zit 4e rij naar achteren.  
Links achter hem, enigszins verscholen, zit Gied ten Berge.



Ook de Josefkerk aan de St.-Jansstraat werd gefrequenteerd. Een maal 's jaars met vader een uitstapje naar Amsterdam met de blauwe tram (eindhalte Spui): Kalverstraat, een kwartier voor God in de Papegaai, Cineac, Ruteck's Hoek, en dan Heck's restaurant met life muziek van de Ramblers. Doch Amsterdam heeft Toon nooit gemogen; het laatst was Toon in Amsterdam 1982.

Opmerkelijk zo een educatie voor zo'n ongestudeerde background doch van Toons oom zijn maar liefst 5 kinderen naar de universiteit gegaan die allen 'n academicus huwden. De democratisering van het Hoger Onderwijs werpt haar vruchten af! Zelf was voornoemde oom zonder ambitie. Er huizen prima genen in het geslacht Bongers!
Op 30 maart 1982 verhuist de familie Antonius Franciscus Bongers naar Aarle-Rixtel (NB), waarschijnlijk zonder Marian die al gehuwd is met een leraar Wiskunde.

Toons Wilde Jaren in Amsterdam (1971-1975)
De behoefte naar het seminarie te gaan zat er bij Toon al jong in. Maar hem werd geadviseerd, zoals ik van mijn eindexamen klasgenoot Toon Schermer (S.J.) hoorde, eerst wat te gaan werken en aldus de maatschappij beter te leren kennen. Als hij daar een dozijn jaar heeft gewerkt is Toon bij de Trappisten in Oosterhout en Achel (B) ingetreden.

Woonachtig te Amsterdam (1971-1975), dan terug naar Haarlem, en wel vanaf  1966-1978 werkzaam op Schiphol in de logistiek. Zijn precieze betrekking ken ik niet, wel dat Toon ruim in de financiën zat, met auto voor de deur en sigaren in zijn borstzak. Vrienden en stappen, dat in legendarisch Mokum vier lange jaren lang, energiek & onvermoeibaar. Eerst werd Toon begin 1971 woonachtig op Koningshoef in de Bijlmer maar daar kan je ook niet echt katholiek van worden. Hij verhuisde in 1973 naar de torenflat aan Het Breed in Noord vlak naast het winkelcentrum Buikslotermeer hetgeen een meer chique locatie is. Er was zoveel licht dat hij het niet hoefde aansteken, doch was hij ook vaak van huis. In beide woningen heeft Toon alleen gewoond. Het is me niet bekend of Toon vanuit zijn ouderlijk adres pierewaaien ging, kan zijn toen de grote steden in het buitenland bezocht te hebben.

Toen ik op 4 januari 2004 Toon mijn essay stuurde over mijn nachtleven Al jong zwierf ik door Amsterdam (Hyperlink) reageerde Toon prompt na een uur per mail met de beschrijving van zijn kroegervaringen. En dat zijn er nogal wat! Ik denk dat hij er schik in had voor het eerst zijn verhaal te doen en wel aan mij want het is in goede handen.

Het verslag begint met Dopey's Elixer, niet aan de Cornelis Trooststraat Oost maar aan de Lutmastraat Zuid, geliefd bij jongelui. Het is vlak bij mijn ouderlijke woning en was voorheen de groentezaak van D.J. Ojevaar. De nieuwe eigenaar was geïnteresseerd in Nescio en andere literaire zaken, zodat deze aan Toon een goede conversatie had. In het centrum het bruine café Karpershoek aan de Martelaarsgracht zonder muziek dat door de tijd onveranderd is gebleven, waar Toon wel eens een pilsje dronk in afwachting van de bus, (toenmalige) Maarse & Kroon, naar Schiphol. Het Doktertje aan de Rozenboomsteeg vond hij wel leuk maar als hij er meer geweest was had hij bemerkt met een stupide caféhouder Beems annex naïeve vrouw van doen te hebben gehad die alleen maar zat te tieren op de immigranten die ook nog zo nodig door de politie moesten worden aangetrokken. Zijn schoonzoon die commissaris was is zonder dit uit te spreken vertrokken en mooi restauranthouder geworden. Het Wijnand Fokkink Proeflokaal aan de Pijlsteeg achter Krasnapolsky, naar mijn idee meer gericht op toeristen. Tante Leen in café Royal aan de Nieuwendijk (nog net voor 1975 toen de tante stopte!). Daar had je een jongeman uit de Jordaan die echte Jordaanliedjes zong op de manier van Johnny Jordaan. Soms, als ze een goede bui had, zong tante Leen ook mee of zelf wat. Haar man zat zich vol te gieten aan de toog en ze was altijd snibbig tegen hem. Ook maakte Toon zijn opwachting wel eens bij Bet van Beerens (Hyperlink) café 't Mandje op de Zeedijk. Deze kroeg was in trek bij homo's en lesbo's. Mocht er een homo-onvriendelijk personage binnenkomen dat deed zij een lampje aan als signaal dat ieder zich koest moest houden teneinde conflict te vermijden. De zaak werd  na haar overlijden in 1967 tot 1982 voortgezet maar dan gesloten en compleet in tact gehouden. Na 'n heropening kwam ik daar op mijn kroegentocht op 8 mei 2009. Toon had vrienden die aan de Oudezijds Voorburgwal woonden tegenover de Oude Kerk die aan de VU studeerden en dat was unweit van de Zeedijk. Bet van Beeren zat dan met haar dikke derrière op twee krukken tegelijk, dronk bier en at zoute haring. Op dat dieet heeft ze vele jaren geleefd.
Toen hij zijn koopflat had aan Het Breed ging hij meestal naar het café van het winkelcentrum omdat hij geen zin had zo ver de deur uit te gaan. Doch zijn daar drie café-restaurants en dat is toch een ander type gelag. In de nanacht kwamen Toon en vrienden ook wel bij (een zekere) tante Rikie aan de Nieuwmarkt. Daar kwam je echt van alles tegen. Ook kwamen zij bij De Engelbewaarder.
Tante Leen is dood, de oude kamerverhuurder Hettema van de Oudezijds Voorburgwal en Bet van Beeren ook. Op de Martelaarsgracht had je nog een café The Flying Dutchman waar alleen negers kwamen. Dat vond Toon wel apart al voelde hij zich daar nooit veilig, aldus zijn authentieke formulering in 2004.
Met een collega van Schiphol ging Toon eenmaal per week naar Hesp aan de Amstel. Dat is daar nog steeds, alhoewel de drie erfgenaamde broers allang zijn overleden, erg gezellig, Echter heb ik het café altijd een schreeuwbende gevonden. Voornoemde collega woonde in de Waalstraat dus dat was niet ver van Hesp af.
Waar de vrienden ook dikwijls kwamen was de studentensoos Akhnaton aan de Nieuwezijds Kolk. Daar ontmoette hij pater Van Kilsdonk altijd (Van Pilsdonk werd deze genoemd). Die stapte daar altijd rond. Die man moet toch een grandioze alcoholtolerantie hebben (gehad).
En natuurlijk Eijlders op het Leidseplein (eigenlijk Korte Leidsedwarsstraat) en Reynders, de Engelse pub tegenover de The Blue Note (Hyperlink) aan de Korte Leidsedwarsstraat. Allemaal al heel lang tempo doeloe. Toon spreekt immers over zo'n 35-38 jaar geleden. Geleerd heeft hij in die cafés niets, alleen hoe je in de goot terecht kunt komen, want hij heeft er heel wat alcoholische stumperds zien scharrelen.

Toon geeft mij de raad dat als je van de stad houdt je niet moet wegtrekken. Zelf is hij nog steeds dankbaar voor iedere minuut dat hij uit de randstad weg is want hij heeft zich er nooit thuis gevoeld.

Hij herinnert zich Heck's op het Rembrandtplein nog toen het levende muziek had, strijkers, pianist enz. Het is nu geleden sinds juli 1957 dat hij daar voor het eerst at met zijn oudenlieden.
Op het Thorbeckeplein op de hoek met de gracht had je ook nog een of andere louche tent waar altijd geblowed werd toen hij een jaar of twintig was. Ik herinner me ook die smalle zaak met geblindeerde ruiten. Nare zaak, zegt Toon. Kommetje tomatensoep bij de Ruteck's op de hoek met de Reguliersbreestraat. Of een lekkere Kwekkeboomcroquet. In die omgeving kwamen ze wel eens op het terras van café Rembrandt en op de andere hoek bij Adje van Besouw, een echte homo, op de hoek van de Halvemaansteeg genaamd Amstel Taveerne (Hyperlink) maar er kwamen ook wel homo's. Over Chez Manfred daar schrijft hij niet. Toon herinnert zich dat die knaap (bedoeld Manfred Langer) die enige tijd geleden eigenaar van "iT" was en die de roze begrafenis heeft gehad toen als jonkie achter de kassa zat te rammelen. Over o.a. deze gebeurtenis heb ik geschreven in mijn grote studie-essay over De valse Postulaten van de Homobeweging (1998). (Hyperlink) Wel een nare zaak maar wel mudvol. Kende Ronny van Roekel met café in de Raamstraat House of Lords. Moors Eldorado - een lesbische tent aan de Amstel. En vooral H.C.R.H.B. aan de Amstelstraat, een nachtcafé 04u voor horeca-mensen. Toon bezat een geleend pasje. Weet van Odeon-kelder, ook befaamd van alternatief homopubliek.
Wat acht Toon zichzelf rijk ver vom Getöb und Getöse der Großstadt te mogen leven.
Maar wel leuk om er eens aan terug te denken


Meer wilde jaren 1966-1973
Ik laat hier (met mijn commentaar) Toon zelve aan het woord:

Het Amsterdamse nachtleven van de jaren 1966-1973. Dat was apart.
Café De Heimat op de Martelaarsgracht. Surinamers. Na sluitingstijd een clandestiene nachtzaak. Spannend.
MacDonald Bar in de Reguliersdwarsstraat, nichten”kit”, ex~bokser aan de deur. Veel en apart gevoel voor humor. Zette zijn K.O. geslagen klanten op hun achterste tegen de pui buiten.
Café Bonaparte, zelfde straat, topless bediening, de tepels wiegden rechtstreeks je glaasje bier-op-voet in. Dortmunder. “Mag ik wat van je drinken schat?”, vroegen ze dan, hun volle tieten onder je neus door wiebelend. Als je ja zei, een glas champagne à 25,-. Een Dortmunder kostte toen al een tientje daar.
Café De Engelbewaarder. Niks aan. Wat pseudo-intellectueel bruin. Als we genoeg hadden van Nachtsociëteit H.C.R.A.B. (Hotel-Café-Restaurant en Aanverwant Bedrijf) dan ging het om 06.00 uur naar de Nieuwmarkt, naar Tante Rikie. Ze zal haar café wel niet meer hebben. Zeer interessant café. Hoeren, pooiers, homo’s, schandknapen, trein-missers, vroege vogels, verslaafden aan van-alles~en nog-wat, griezels, engerds, travestiet, maatschappelijk wrakhout allerhand. Rikie, ze zette je pils of je koffie voor je neus en zei tegen iedereen steevast: “Schat, da’s dan ‘n gulde-met-’n-smijl”. Thee serveerde ze niet, dat was haar te min. Ik zag daar eens even na zessen twee dames, kennelijk van minder slechte stand, binnenkomen, waarschijnlijk te vroeg van huis gegaan en nu wachtend op hun trein of bus of zo, binnenkomen, ieder met een koffer. Zij vroegen Rikie “Een potje thee, alstublieft”. Zegt Rikie: “Luister es, meiden, thee, daar begin ik niet aan. Neem maar een sherry. Ik heb een keilenwinkel, geen theehuis”. De twee - al wat oudere - dames keken verbouwereerd. Ik herinner me niet hoe het afgelopen is, maar ik ben die dag nog herhaaldelijk in de lach geschoten om Rikie’s antwoord.
In het raamkozijn lag een Surinaamse man, die nooit iets zei en zich nergens in mengde, aan het caféleven niet leek deel te nemen. Hij was nogal kolossaal, gedrongen van postuur, zijn korte dikke beentjes gestrekt tegen de raampost tegenover zich, een breed hoofd, dat slaperig op zijn borst hing, een kopje koffie naast zich. Hij maakte de indruk van een slaperige walrus, zoals hij zich op zijn ronde buik kon liggen krabben in de vensterbank. Ik had deze buitenmodel chimpansee - hij had kleine kraaloogjes, die niet vaak open waren - al tot het meubilair gerekend, toen Rikie op haar eigen onverstoorbare manier rustig zei: "Sjon, laat deze meneer even van de ochtendlucht genieten!" Deze inerte, dikke en luie figuur, kwam langzaam overeind, waggelde op de ochtendluchtbehoeftige gast af, en explodeerde op zo’n onverwachte manier dat we allen met stomheid waren geslagen. Ineens had die kerel een lel te pakken met zo’n explosieve en onverwacht grote kracht dat hij te verbaasd was om überhaupt te reageren. Binnen een paar seconden had “Sjon” de druktemaker buiten op de stoep. Ik dacht: hij slaat hem hartstikke dood. Sjon bleek de echtgenoot van “een gulde met een smijl” te zijn. Die had bij Ronnie Brunswijk’s junglecommando niet misstaan. Volgens wat ik zag moet deze sluimerende vulkaan voor een dodelijk slachtoffer niet teruggedeinsd hebben. Tjonge, wat een explosie van kracht ontplooide deze sluimerende walrus. Wij hebben bij Rikie overigens nooit moeite gehad met de “smijl” bij onze gulden.
Dan was daar de Jamaica Inn in de Voetboogsteeg (of was het Handboogsteeg?). Deze tent was een ontspanningsgelegenheid voor schandknapen met hun meisjes (dus geen klanten, maar meisjes). De eigenaar was een zekere Gerry Pelser, professionele “stayer” in de wielrennerij, je weet wel, die wielrenners die achter zo’n motorfiets hangen. Gerry Pelser was “stayer”, op de motorfiets. Hij had altijd de meest exorbitante vriendinnen - hoogblond - en met hoog bedoel ik ook echt hoog in de meest letterlijke zin des woords - en grenzeloos ordinair. Hij had een barkeeper in dienst die Danny heette. Een bezoek aan deze gelegenheid was niet zonder risico. Daar kwam het grootste uitschot van het grootste uitschot. Op een gegeven moment werd de zaak zo druk beklant dat Danny - een gehaaide nicht van de meest onbetrouwbare soort - assistentie behoefde. Er werd een zogeheten Peter uit Groningen aangenomen. Ik heb dat altijd glashelder onthouden. Waarom, dat zal blijken.
Deze Peter liet nogal diepgaand in met Gerry Pelser’s en Danny’s andere louche zaakjes, ik geloof dat ze in de handel in morfine, LSD, hasj etc. en wie weet ook in prostitutiezaken, kweetniet - heroïne was toen nog niet van de partij - zaten. Op een nacht zaten we daar weer aan de bar, uit te kijken dat we niet besodemieterd werden, toen bekend werd dat deze “Groningse Peter” uit de Lijnbaansgracht was gehaald, maar dan wel alleen zijn romp, en in een plastic zak. Deze zaak werd op gewone conversatietoon met een klant besproken. Een aanpalende jonge nicht riep daarop luidkeels: “Hij had een lul zo dik als een bierglas. Dat weet ik, schat, want ik heb hem vaak genoeg gepijpt. Ze zullen hem wel aan zijn lui hebben geïdentificeerd”.
Dat is mij altijd bijgebleven. Dat deze arme, dwalende ziel, deze provinciaal, vermoord was, maakte geen enkele indruk, op niemand. Het enige dat aan de bar werd gememoreerd was de afmeting van zijn geslachtsdeel. Indertijd ervoer ik dat als schokkend.

Dan was daar de buurman, La Ronde, eigenaar Ton Hoen. Daar kwamen altijd oude lesbiennes. Ik kwam daar een keer binnen toen een lesbisch stel van volgens mij over de zestig vierde dat zij 40 jaar bij elkaar waren. Ton Hoen zat op de kassa te rammelen, de twee oude potten, een van hen was conductrice op de tram, hielden de hele zaak vrij. Het “vrouwtje” van de twee had zich lekker laten gaan en was zo zat als een kanon. Om de paar minuten riep zij: “Later we d’r een kollérebende van maken”. En dat heeft ze gedaan.
Vaak hebben we ook bij Pietje van Deursen gezeten. Hij was eigenaar van een bekende nachtclub op het Leidseplein. Niet de Blue Note. Ik ben de naam op dit moment kwijt. Veel plezierige avonden daar. Gin-tonic. En veel striptease.
De Fiacre in de Kerkstraat was mij ook goed bekend. Gemengd homo-hetero, kunstenaars in onze jonge tijd. Max Heijmans - we spraken reeds over hem - zat daar altijd. Ik heb zeer goed de weg geweten in nichten-Amsterdam. Ik heb 12 jaar op Schiphol gewerkt, en ik kende natuurlijk heel veel stewards en aanverwant tuig, en daar zaten veel roze jongens onder.
Zo raakte ik via een knaap die steward was bij Canadian Pacific bekend met de Cheval Neuf Inn de Paardenstraat bij het Rembrandtplein. Oude mannen - jonge Duitse en Oosteuropese schandknapen. Een zekere de heer R. Ph. Bär (geb. 1928) frequenteerde deze zaken. De belendende “Cupido” ook leren kennen. Snollen. De eigenares was een lief ogende, lief gedragende dame. Maar zij was in werkelijkheid een geraffineerd secreet. Uiterst charmant en ook zachtmoedig naar buiten schijnend was zij een echte, keiharde “poefmama” voor de door haar geëxploiteerde (Duitse) jongens, die overigens helemaal niet homofiel waren. Slecht tot in haar gebeente. Dat was Rikie van de Nieuwmarkt helemaal niet. Zij zat alleen in een bepaald bedrijf en maakte er het beste van. Haar “Sjon” was ook een goeierd, haar helemaal toegewijd. Ik heb later nog dikwijls met hem gesproken. Geen kwaaie vent.
Ik kwam veel aan de Oudezijds Voorburgwal. Ik had daar een goede vriend die aan de VU studeerde. Daar heb ik veel meisjes "uit het vak” leren kennen, want die hadden hun peeskamertjes op de benedenverdieping van het huis waar hij woonde. En als wij een frietje gingen halen op de Zeedijk klopten ze soms tegen het raam en zegden: Gaan jullie naar de avondwinkel? Wil je dan dit of dat voor me meebrengen? Dat deden wij natuurlijk. Toen kwam ik er ook achter dat een samenkomst van de Getuigen van Jehovah of een andere club die zich christelijk noemde hun veel meer opleverde dan bijvoorbeeld de Firato. Ooit klaagde er eens een tegen mij: er is geen zak te doen. In de RAI is een elektronicabeurs, en er komt geen mens hier naartoe. Geef mij maar gelovige christenen. Die komen tenminste hierheen. Toch heb ik met hen en hun pooiers ook taferelen meegemaakt waar de honden geen brood van lusten. Ik had altijd zoveel medelijden met deze meisjes. Maar ik kon niets doen.
Herinnering aan De Kosmos (geleid door een antroposoof). Naaktsauna, uniek voor die tijd en heel spannend. Paradiso stond stijf van de hasj.

Nooit ben ik echt graag uitgegaan in Amsterdam. Maastricht was mij liever, want vriendelijker. Ook Luik was altijd erg onderhoudend. Vooral als je was “doorgezakt” en je in de ochtend op het Batte terecht kwam, tussen de hoeren, de Waalse dagjesmensen die, net als op vrijdagochtend in de Maastrichtse café’s, met 4, 5 man frites zaten te eten uit één grote “buil” (of “tuut” zoals ze in Maastricht zeggen) onder de luide klanken van “musette-muziek”. Daar werd ‘s morgens op het Batte in Luik ook op gedanst door deze heel volkse types. Dat was écht leuk.
Nachtelijk Parijs kende ik ook heel goed. Wat in mijn tijd een echte klapper was, was de Nuage Mécanique op de Boulevard Saint Germain. Ik ben daar nooit binnen geweest, want ik ben niet geïnteresseerd in strippende mannen. Ik vond het veel leuker om ‘s nachts op het terras van het Café de Flore te zitten of bij Vagenende op St Germain (een sublieme ‘terrine maison'), of op het terras van St. Séverin op het Place St. Séverin op de hoek van de Rue de la Harpe en de Rue de Ia Huchette. Of te eten bij Etienne de Bigorre, een geïmporteerde Bask in een zijstraatje op het Île de la Cité. Dat was geinig! Daar te zitten met een “ballon d'rouge” voor je neus, terwijl oude dames met een trekharmonica en vuurvreters aan je voorbijtrokken. Léuk, jongen! Het Quartier Latin in de late jaren ‘60. Echt gezellig! Wat ging er boven een verstilde wandeling langs de oude hoge huizen achter de Nôtre Dame? Wie kwam daar? Niemand!
Waar we ook erg van konden genieten was een wandeling door Le Marais. Daar kwam in de jaren ‘60 nog geen kip! Nu staat het als bezienswaardig in de groene Guide Michelin. De lol is er dus hélemaal af! Wie heeft er nu zin om zijn aan een stalletje gekochte stuk stokbrood met kaas en salade te zitten opeten tussen de Japanners en de Amerikanen die gelezen hebben dat Le Marais een “must” is? In onze tijd was het onbekend, muisjestil, schilderachtig. Le Jardin de Luxembourg daarbij. Nu zit Jan Modaal uit Milwaukee met “such an awful French butterless sandwich” met lange tanden te knauwelen op een bankje in het Luxembourg. In de Tuilerieën kun je je niet meer vertonen vanwege de Afrikanen met de namaak-ivoren olifantjes etc.
De Rue de Rivoli platgetrapt door Ena Sharples uit Blackpool, Archie Bunker uit New York en Jan Modaal uit Utrecht-Overvecht. Wat is daar de lol nu nog van?
Misschien vind je me nu wel een snob. Soit.

In de tweede helft van de 60er ging ik liever met kompanen naar Parijs, Brussel, Luik of Antwerpen. In Luik kwam ik iedere 14 dagen, ieder seizoen minstens een weekend Parijs en een weekend Antwerpen. Brussel gingen we altijd heen als Luik saai was. Ik had vrienden in Maastricht en daar hadden we ons hoofdkwartier. Maastricht was toen ook al heel gezellig. We gingen ook wel eens naar Aken, maar daar vonden we eigenlijk nooit iets aan. Dat was altijd saai. In die tijd heb ik de drie Franstalige steden redelijk goed leren kennen. Ik hoef er nu niet meer heen. Ik kom nog wel eens door Luik maar dat is zuiver functioneel. Vroeger hadden we daar ook vrienden en familie. In Bressoux. We hadden (wat zuidelijker) ook een zomerhuisje aan de Ourthe, in Barvaux. Dat waren heerlijke tijden die we daar hebben doorgebracht. Maar dat is allemaal Passé defini. Mijn Maastrichtse vriend is gescheiden en woont nu in Amsterdam... met een vriend samen! Het echtpaar uit Bressoux en het zomerhuisje aan de Ourthe was in hun bezit, ach, de beide echtelieden zijn overleden.

Ik heb altijd bestemmingen gezocht die niet bekend waren bij het klootjespubliek. Zo weet ik nu nog een rondvaart door Parijs, die vrijwel onbekend is. Hij duurt anderhalf uur en voert onder de huizen door via een smal kanaal en is erg pittoresk. Maar dat maak ik aan niemand bekend, want dan gaat iedereen op dat smalle zijkanaal van de Seine zitten.

Waar ik erg veel schik in heb gehad was het gesprek dat ik ooit voerde met een zekere Jan, een barkeeper van de MacDonald bar in de Reguliersdwarsstraat. Een homotent. Deze barkeeper was hetero en getrouwd. Het had geen zin tegenover hem onze hoedanigheid bekend te maken. We kwamen daar een enkele keer binnenwaaien op weg naar het Rembrandt- of Thorbeckeplein. Zo kwamen wij daar ook op een avond toen hij juist zijn werkzaamheden had hervat in de bar waar hij zijn broodwinning had, na een bezoek aan Parijs.

Ik vroeg hem: “Ben je in de Dom des Invalides geweest, Jan?” “Neen”, zei hij, “wij zijn alleen in normale tenten geweest”. Dat vond ik fenomenaal! Prachtig! Schitterend! Kolossaal! Dat zal ik onthouden tot aan de dag van mijn dood, al word ik 100!

Wie zei er ook al weer dat uitgaan niet leuk is?
IK! Echt, ik heb er zó mijn buik van vol!

Ik was eens in Jeruzalem. Ik was de café’s van de Joodse wijk - net Buitenveldert, vond ik toen - zat, en ben verhuisd naar de Arabische wijk. Het was juist na de zesdaagse oorlog. Overal militairen. Ik kwam aan een tafeltje te zitten met Israëlische militairen en twee Arabieren. Een van de militairen pakte mijn hand en legde hem op zijn gulp neer, waar ik iets hards voelde. Ik schrok me dood, en ben opgestaan. Komt een van de Arabieren mij achterna en zegt: "Oh, zit dat zo, hou je meer van vrouwen?" "Ik heb een kamelenfarm, en ook mooie dochters. Een daarvan mag je er best een hebben vannacht." Daar was ik nog eens echt verbouwereerd! Potverdomme, wat een kans heb ik daar gemist, want ik ben naar mijn hotelkamer gegaan.... Al was ik wèl benieuwd.
Maar ik ben, al met al, toch ook heel naïef geweest vroeger. Want veel van de ervaringen die ik heb gehad realiseerde ik mij pas veel later en leerde ik eerst jaren later op hun merites beschouwen. Zo had ik een vriend die op de Haagseweg woonde. Ik reed dan via het Hoofddorpplein en zijn straat naar Schiphol waar ik werkte. Op zekere dag, ik was augustus 1966 nog pas 19, kwam ik via de Haagseweg naar Schiphol. Er stonden enige jonge vrouwen te liften en het was hondenweer. Ik stopte en vroeg aan een van hun: “Waar moet u heen?” Waarop ze me kwaad-verbaasd aankijkt en vervolgens tegen me schreeuwt: “Zie je niet dat ik hier voor mijn brood sta, klootzak?!” Ik was helemaal beduusd. Ook dat zal ik onthouden. Ik had het zo goed bedoeld. Ik had compassie. Wist ik veel...

--------------------------------------------------

We zien dus dat Toon al vanuit zijn ouderlijke woning te Haarlem vanaf 1966 de vrijheid bezat de hort op te gaan; eerst zelfstandig werd in 1971 om na 1975 tot Haarlem weder te keren. Hij heeft gewerkt op Schiphol van 1966 tot 1978 maar over een dienstbetrekking tot 1982 als de familie naar Aarle-Rixtel verhuist wordt niet gesproken. Wat deed hij of was Toon soms in de WAO? Had hij vermogen op zijn naam? Ik weet het niet maar heb dit uit hoofde van fatsoen en discretie ook nooit gevraagd. Immers een caféhouder vraagt ook niet waar de klant zijn poen vandaan heeft, nietwaar? Maar de juiste gegevens heb ik eerst op de Bach-dag 21 maart 2018 gekregen.

Het is mijn stellige mening dat een 'zondig' jeugdig verleden Toon als ook mij nooit nagedragen mag worden bij wijze van: "Maar jij hebt toch zo een onchristelijk leven geleid, wat ben je nu dan?" Wij dachten niet aan zonde maar om het spannende leven leren kennen. Berouw komt eerst achteraf.

Het lijkt erop dat Toon zijn lesje geleerd heeft na zo een wilde zoekgeschiedenis naar duistere gelegenheden wat eerder gewoonte dan zeldzaamheid is geweest. Toch kan ook ik een woordje meespreken in curieuze gelegenheden gekomen te zijn zij het dan in gezelschap, waarover ik verhaalde in mijn grote essays: Janus Derks of hoe een Alcoholist een imposant Leven leidt (2004) (Hyperlink) en Café Mulder(2010). (Hyperlink)
"Het is leuk geweest maar het hoeft niet meer", volledig mee eens, dan krijg je toch een walging van wat je uitgespookt hebt. "Het vertier is leuk voor jonge honden die aan het leven snuffelen. Oude honden die de geuren kennen worden er misselijk van", stelt Toon eerlijkerwijs. En Toon is een oude hond, zegt hij zelf, wijs of wijzer geworden en noemt zich (Lord) Bommel. Toon stelt een zachtmoedig minnend mens te zijn en altijd weer verlangend bemind te worden, al zij het door ketters...


Toons constitutie
Zijn lichaamslengte is 1.90m op zijn 53e. Heeft een snor, vol haar. Leesbril. Lichaamsgewicht is 200 pond wat te zwaar is (normaal is 172 pond). De foto die ik eens gezien heb en helaas geretourneerd laat een formidabele borstomvang zien. Daarom was de lijkkist gezien in de kerk te Gerwen ook speciaal besteld, deze kon nauwelijks tussen het middenpad doorrijden. Ik durfde de kist niet aan te raken als laatste afscheid, nog altijd ontzettend spijt van.
Hij heeft geen colberts. Zekere vrouwen naaien kleding voor hem, ik denk aan pullovers.
Er is aanwijzing van de medicijnen Prozac en Xatral maar of Toon die werkelijk geslikt heeft staat niet vermeld.
Er trad vochtverlies op aan zijn zijden, wat besmetting gevolg had met uiteindelijk wondroos. Hieraan is Toon overleden.


Aarle-Rixtel
Er was ondanks d'ouders zalige wederkeer naar Noord-Brabant op 30-3-1982 een ongunstig gesternte. Ze hadden er lang voor gespaard. Eerst kreeg Toon toestemming de ouders te helpen met de verhuizing, misschien in die tijd gemakkelijker dan in 1945 als prof. Tervoort (ex-S.J.) schrijft van de provinciaal een unieke toestemming gekregen te helpen zijn ouders met herstel van de oorlogsschade van het huis te Groesbeek. 'N klooster kom je niet zomaar uit wat de naam al zegt. De vader Antonius Franciscus overlijdt daags erna, 1-4-1982, waarop Toon thuis blijft om voor zijn moeder (74) te zorgen. Hij moet een baantje gehad hebben als conciërge op de school te Aarle-Rixtel. Nadien had hij bijstand.

De moeder wordt na een operatie wegens maagperforatie na twee attaques in 1997 dement en incontinent. Toch haalde zij nog haar 91e op 3-6-1998. Dit betekent een verzorging 24/24. Over verpleeghuis moet je bij Toon niet aankomen, hij zal in toorn uitbarsten.
De formidabele intellectuele werkzaamheid voor Una Voce, Analecta, Katholiek Maandblad, Catholica en Brevi Manu moet daarenboven worden verricht en dan nog visite niet zozeer van familie maar van vrienden en vriendinnen.
Zijn leven is dus zonder rust en dat is voor de tikker bijzonder riskant. Alhoewel van nature hedonist jokt Toon toch veelal genoegen te nemen met kant-en-klaarmaaltijden van de supermarkt of hij slaat  de maaltijd gewoon over als hij moet schrijven... Blauwe rook van Gauloises, La Paz corona's en Agio Gouden Oogst-bolknakken. Buitenlandse merken verstand van.


Toon Bongers Dorpsstraat 90 Aarle-Rixtel

Medio 80er werd Toon gevraagd om medewerking de 30-tons zandwagens uit de Dorpsstraat te weren. Het was een drukte van belang, het plafond van de oude pastorie bij de Ursulinen scheurde. Tezamen met de uitbaatster van het antiekwinkeltje ging hij deur aan deur voor handtekeningen. Men gaf hem geen kans maar toch, vanaf 1991 werden de dorpskom en -straat verboden voor alle zware verkeer!


Zijn dagindeling
01.10 a.m. moeder incontinent faeces. Nachtzuster bellen.
01.45 nachtzuster arriveert.
02.30 klus geklaard, naar bed.
08.00 a.m opstaan, medicijnen toedienen, laten drinken, vuilniscontainer naar buiten, koffie zetten, wasmachine van de nacht leeghalen, ophangen en droge was vouwen. Geen strijken meer.
10.00 a.m. koffieklanten
11.00 a.m. ochtendverpleging arriveert.
12.15 p.m. moeders haren wassen, verder verzorgen bril op, hoorapparaat in, deken en omslagdoek om, medicijnen geven, eten geven.
13.30 huishoudelijke hulp arriveert en gebruikt haar mond nog meer dan haar handen. Bed verschonen, tweede wasmachine van vandaag legen en ophangen.
14.00 pedicure/manicure.
15.00 uur oppas arriveert, boodschappen halen.
16.00 uur fysiotherapeut arriveert, oppas aan de jonge klare.
16.45 avondeten klaarmaken, voeren, zelf wat eten, afwas van de dag doen.
Inmiddels 19.00 uur: nieuws op Belg. I kijken, bonte was uit de machine, ophangen.
Vervolgens even gauw post doornemen (niet lezen, misschien in de voornacht), mensen van het Katholiek Maandblad te woord staan aan de telefoon. Telefoontjes van de medische dienst, een mevrouw uit IJmuiden, een meneer uit Breda, een mevrouw uit Tilburg, meneer uit de Achtse Barrier (Eindhoven), mevrouw uit Goirle, mevrouw uit Bakel. Boodschappen en drank in de kasten opbergen.
20.45 pap koken, moeder eten en medicijnen geven en laten drinken (dat laatste gaat periodiek door over de gehele dag verspreid).
Om ongeveer 21.30 avondverpleging: wassen, verschonen, verbinden, naar bed brengen, toedekken.
Einde dag: ongeveer 23.00 uur.
Van het lezen van Trouw (toch protestants?) komt dan niets.
Maar het houdt niet op: poes kanker, na twee operaties maar afmaken. Groot verdriet. Toons zin is weg. Even iets voor zichzelf kan eerst op 09-10 en 23-24. Drie tot vijf wasmachines zelfs per dag. Stofzuigen, boodschappen doen, afwassen, bezoek ontvangen, die hele wasprocedure, eten klaarmaken, WC schoonmaken, ramen lappen.
In de zomer onderhoud huis: 5 luiken schilderen aan de westkant, 2 aan de oostkant. Maar kozijnen moeten eerst afgebrand en geschuurd worden. Dan nog twee binnendeuren.

De verpleging van moeder heeft dus geduurd van 1997 tot en met december 2001.
Is 2002 is Toon niet meer in vorm: de machteloosheid dit te moeten aanschouwen, hij gevoelt zich platgeslagen. Het was een zeer traumatische ervaring. Geen zin in dingen. Alles oninteressant, lusteloos, afgebrand. Alles moet zijn tijd hebben.


Toons Bekering
Het is wat je maar bekering wilt noemen, eenmaal gedoopt is en blijft ieder toch roomskatholiek. De biecht spreken is om de ziel te reinigen, Toon gevoelde ontzettend de behoefte daartoe. Maar op 1 januari 1982 is het dan zover: Toon maakt een abrupt einde aan zijn zondige promiscue leven vol met een zich overgeven aan de lusten des vlezes. Toon kende beter het nachtleven van de Europese steden dan de conciliestukken, Beter de Arabische nachtclubs van Oost-Jeruzalem dan de Via Dolorosa.
Toon ging de biecht spreken bij pastoor Bremer in de Jozefkerk aan de Haarlemse St. Jansstraat. Hij kreeg de absolutie en was compleet geëmotioneerd. Ik ken dit, ook ik heb dit meegemaakt. Dan is de tijd wedergekeerd de kerkelijke praktijk te hervatten.


Toons Visioenen
1. Op een nacht werd Toon wakker tegen de ochtend. Het was even voor zessen. Zijn blik werd getrokken naar het kruisbeeld aan de muur tegenover zijne sponde (alleen slapend dus). Hij zag het hoofd van het corpus niet met de kin op de borst rustend als gebruikelijk maar omhoog ten hemel, het was gericht met smartelijke blik. Ademloos zag hij toe. Het corpus hield geruime tijd het hoofd opgericht. Toon stond naast zijn bed als aan de grond genageld. Toen langzaam liet het corpus zijn hoofd weer zakken tot het in de oorspronkelijke positie was teruggekeerd. Dit fenomeen maakte diepe indruk op hem. Of het ook echt aan zijn bekering heeft meegewerkt kan hij niet zeggen. Het vreemde was, hij sliep niet maar was bij "waakbewustzijn".

Deze emotionele beschrijving komt mij nu tijdens het schrijven van dit essay heus niet vreemd voor! Toon schrijft dit weliswaar op 4 maart 1998 maar ik heb later 'n soortgelijke ervaring gehoord. Dat was op de gedenkwaardige zondag in de RAI van de 4e Internationale Gebedsdag van de Vrouwe en Moeder van alle Volkeren, gehouden 1e Pinksterdag 11 juni 2000. Ik stuurde mijn grote essay De fantasievolle Mariaverschijningen van Ida Peerdeman (2000)  (hyperlink) aan Toon op 16 juni 2000 die het doorstuurde aan Nico Alles te Hilversum die op zijn beurt eerder een omvangrijke studie gemaakt heeft van Ida Peerdeman en haar slaafse bisschop Bomers. Nico beoordeelt Ida en Bomers ongusntig, Toon vindt de (Duitse) bijeenkomst in de RAI maar een massa-ballètje, ter ere van dat mens naar hun zeggen een deel van het H. Kruis opeist. Volgens Toon is het de grootste ladelichterij van de laatste tijd. De Vrouwe van alle Volkeren, die eens Maria was, aldus het door haarzelf gedicteerde gebedje. Wat zou ze nu zijn? Medeverlosseres. Het is schandalig.
Over de inhoud kan ik hier niet uitweiden slechts de passus van de vrome vrouw opdienen die mij verklaarde:
"Maar ikzelf heb een wonderbaarlijk visioen ondergaan, wat bijna niemand gelooft maar wat voor mij evident (mijn formulering!) is. Het was in de kapel aan de Diepenbrockstraat nr. 3 dat ik in gebed verzonken plotseling het gordijn achter de beeltenis zag bewegen en zakken. De ogen van de Madonna lichtten op..."
Nagenoemde Abbé Duroisin was zeer onder de indruk van deze kapel.
Ik zou haast de triviale statement willen schrijven dat de wonderden de wereld nog niet uit zijn. Het gemeenschappelijke met Toon en die RAI-vrouw is dat beiden een fullminded devotie hebben welke blijkbaar beloond wordt met een verschijning of visioen, welke (levenslang) onvergetelijk zij.

Toon sprak een DOM die zich liet ontvallen dat er niets is na de dood...

2. Maar geregeld krijgt Toon bevestigingen van een wel voortbestaan na de dood . Zo krijgt hij altijd een nachtelijk "bericht" in de vorm van een "gezicht" als een van zijn dierbaren naar gene zijde verhuizen zal binnen afzienbare tijd. Zijn grootmoeder kwam het hemzelf zeggen. Ongelofelijk maar dit moet dan 1955 zijn. Toon slaapt dan niet door maar wordt wakker en vervolgens opent zich het Universum. Andere woorden heeft hij er niet voor. "Oma, wat doe je hier?", vraagt hij verbaasd, want zij sliep een etage beneden hem. "Ik kom even gedag zeggen", antwoordde zij. Toen keek hij naar beneden en zag dat zij dóór zijn bed héén stond maar niet erachter. Zij kwam hem vertellen dat haar verscheiden aanstaande is, en dat was ook zo. Wat een arme kinderziel niet gevoelig kan zijn!

3. Toons vader Antonius Franciscus overleed in maart 1982, deze datum klopt, te Aarle-Rixtel. In 1979 (drie jaar te voor!) zag hij op een nacht Aarle-Rixtel, hij kende toen zelfs die naam nog niet maar omschreef het als "een duidelijk Brabants dorp", waar zijn moeder en hij samen vertoefden. Er werd hem door een duidelijke stem te verstaan gegeven: "Vader is er niet bij." Aan de ontbijttafel vertelde hij het zijn ouders. "Jongen, je hebt gedroomd. Jeugdresten. Gebeurt wel meer." Afgedaan.
Eenmaal 31 maart 1982, een dag na de verhuizing, wordt de vader inderdaad dood gevonden op bed.

4. Vele weken later, het was augustus, waren moeder en hij naar de avondmis (NOM) op zondag geweest. Zij komen uit de kerk, hij draait zich om en ziet tot in de kleinste details (waarover ook ik amazed ben van mijne dromen!), onder alle aspecten, zijn nachtelijk gezicht uit 1979. Alle details stemden exact overeen, alweer stond hij als aan de grond genageld. Hij kon niet verder. Zij moeder zei: "Wat heb je toch, loop toch door, kom op!" Wel merkwaardig tegen een zoon van 35 jaar, maar goed.  Maar Toon was onmachtig een stap te verzetten, de temperatuur, de sfeer, alles even trefzeker, alleen de stem ontbrak.

5. Eind augustus 1996. Hij ligt op bed, het is nacht. Iets wekt hem. Hij ziet, net als jaren eerder bij zijn grootmoeder ook gebeurde, de muur uiteen wijken. Hij ziet zichzelf zitten in een grote metallic blauwe auto op een veerpont op een heldere stroom. Hij is over de helft, op de andere oever staat zijn moeder in een typisch "gene zijde landschap". Alles is even intens van kleur, van geur, het landschap is lieflijk glooiend, het gras is doorspekt met een uitbundige weelde aan bloeiende bloemen, Richard Wagner zou het begrip üppige Natur aangewend hebben, hoge populieren boven zijn moeders hoofd wuiven, fluisteren en ritselen op een frisse bries, moeder hield zo hiervan, zijn moeder draagt een prachtige jurk in heldere frisse tinten, waar zij zo van houdt, opgetogen en blij wuift zij naar hem, zij is tevreden, gelukkig. Allerlei andere mensen staan op de andere oever, sommige van hen kent hij, andere niet. Dìe hij kent zijn niet meer onder ons. De stem zegt tegen hem: "Jij bent ook al een heel eind op dreef, ruim over de helft (49 van 59?, kom toch). Toon realiseert zich goed wat hiermee bedoeld wordt. De kamer wordt weer gewoon, en hij gaat naar beneden.

Toon vertelt dit aan drie vrienden wat zou kunnen gelden als een bewijs voor later. Geen droom, hij was echt wakker.

En dan de volgende dag moeders operatie waarover ik al eerder geschreven heb. De gehele tijd denkt hij aan zijn visioen en weet dat moeders lijden het begin van het einde is. Ook zijn lijden begint, waarover later meer in zijn uitvoerige filosofie.

6. Toon spreekt over zijn drie transcendentale vriendinnen met de gave van helderziendheid. Zij bevestigen Toons voorgevoelens dat twee derde van de nu levenden zal wipe of the face from earth.
Dit verklaarde mij Toon per Yahoo-email op 3 en 5 oktober 2002.

7. Toon zag zijn moeder in een bootje op een brede rivier zich langzaam van hem verwijderen en toen ze de overkant bereikte was zijn vertaling "Schouwen in het Levende Licht"  klaar en zijn moeder dood.

8. De droom over het doodrijden van de geliefde kat sla ik maar over.

Paranormale belevenissen zijn in Toons familie schering en inslag.

Toon spreekt over mijn Els-droom maar ik weet vooralsnog niet welk essay dit van mij is. Ik zal een speurtocht in mijn archief moeten beginnen.

Thomas van Aquino mocht aan het eind van zijn leven een blik werpen over de rand. Hij zei dat alles wat hij geschreven had stro is. Elias zou God gezien hebben.


Wat voor visioenen?
Verschijningen behoren tot het domein der privé-openbaringen. Privé-openbaringen behoren niet tot het geloofsgoed van de Kerk noch hebben zij daar ooit toe behoord. Zich van de Kerk te verwijderen door verschijningen af te wijzen is dus onmogelijk. Zelfs inzake de meest beroemde - en door het hoogste gezag erkende - verschijningen is iedere gelovige vrij daarin; te geloven of niet, zonder dat dit enig effect heeft op zijn lidmaatschap van de Kerk. Punt is de fout in gegaan, want “Amsterdam” werd in de vroege jaren 50 tot tweemaal toe officieel door Rome veroordeeld. De Kerk pleegt niet op reeds genomen besluiten in deze terug te komen. Punt werkt er dus verder aan mee de mensen een rad voor de ogen te draaien (25-6-2001).

Medjugorje is officieel door de Kerk veroordeeld. De Kerk zal ook hierop niet terugkomen.

Wie dus deze paranormale zaken aanhangt en/of verdedigt, verwijdert zich van de Kerk. Stichting VAAK van Hildegard en Nico Alles te Hilversum, welke zich bezig hield (want opgeheven) met randverschijnselen die aangaande het geloofsgoed zonder enig belang zijn. Zonde van de tijd, de moeite en de kosten.
Misschien is de definitie visioen te hoog gegrepen want deze voorspellende dromen zijn tamelijk persoonlijk & familiair terwijl een visioen toch een algemeen peremptoire & coercitieve strekking heeft. Het is niet voor niets dat Toon mij in 1998 twee stencils over visioen stuurde aangaande Anna Katharina Emmerich en Don Bosco? Deze beide 19e eeuwers waren Europees vermaard maar hun visioenen handelend over de heilige Kerk zijn wellicht vergeten. Van zijn vriend Mr. Drs. H.H.M. Jansen kreeg Toon een hele serie werken Emmerich, uitgegeven te Mechelen. Deze vermoedt dat moeders Münsterland-root, waar de verbinding natuur en bovenwereld ongeschonden verbonden zijn, debet is aan Toons dromen als daar ook de meeste heiligen zitten. Tussen haakjes: ik bezit ruim een halve eeuw Jahrbücher Westmünsterland/Landkreis Borken.

Toch zouden beiden actueel kunnen zijn, spiritisten en antroposofen hebben best smaak hiervoor maar de Kerk is in Nederland betreffend aantal gelovigen nog meer achteruit gegaan, een lineair dalende lijn vanaf 1900. De grootste tegenkracht was het links Marxisme met atheïsme gekoppeld aan het wijsgerig materialisme, lees mijn essay over Henk Schreiber de Amateurfilosoof (2018) (hyperlink), in de XXe eeuw de toeneming van de welvaart die de bestaansgrond van armoede, kommer en kwel verhief tot weldadigheid en lethargie. Impuissant pour procreation. Bij Emmerich wordt de Kerk afgebroken maar beschermd door de mantel van de heilige Maagd. Bosco bevindt zich met het kerkschip tussen de woeste baren omgeven door vijandige schepen maar een lichtverschijning geeft redding. Het lijkt wel pedagogie: eerst het kind bang maken en dan belonen als het braaf is. Alleen wie garandeert goed door het leven te komen? Er is altijd tegenslag, dan moed inspreken is dan nuttig. Over het Lijden volgt nog een afzonderlijk hoofdstuk.

In zijn ambiance heeft Toon twee helderziende vrouwen, zo hij het formuleert. Het wordt met zelfverzekerdheid gesteld zodat ik niet twijfel aan de waarheid. De eerste is een vriendin woonachtig te Deurne, Brabant die geregelde gast op de borrel is. Dan is er Joyce Gootjens-Pereira die in château De Beaupoirier een modern retraîtehuis beheert te Le Breuil nabij Vichy en deze heeft soortgelijke geaarden om zich heen verzameld.

Op mijn verzoek antwoordt Toon dat volgende eeuw 'n invloedrijk heilige niet zo snel zal opstaan. Maar wel dat er grote dingen staan te gebeuren. Halverwege de volgende eeuw (XXIe dus) zou het best wel eens zo kunnen zijn dat er véél minder mensen op onze planeet wonen dan nu.

Toch durf ik  vooralsnog geenszins aanwezigheid van paranormale begaafdheid te veronderstellen aangezien de herinnering aan prof Wilhelm H.C. Tenhaeff (hyperlink) in de parapsychologie te Utrecht mij teveel weerstand oproept uit mijn vrijdenkerstijd.

Volgens I. H. zijn dit geen visioenen maar toekomstvisies op grond van meerdere levens  hier en in het verleden. Dus herinneringen en wel aan een Brabants verleden bij zijn voorouders. Deze kan zich ook goed vinden in C.B.'s beschrijving:

  • Een verstikkend gevoel, niet goed kunnen ademen.
  • Het horen of voelen van suizen en bonzen in je hoofd/oren.
  • Een zweverig gevoel
  • Een angstig of paniekerig gevoel
  • Hoofdpijn en/of ander pijnen.
  • Het gevoel van een (meestal kwaadaardige) aanwezigheid.
  • Hallucinaties waarbij je dingen hoort, ruikt, voelt of ziet die er niet zijn.
Hallucinaties waarbij je dingen hoort, ruikt, voelt of ziet die er niet zijn.

Dit kan volgens C.B.ook een na-verschijnsel zijn van een slaapverlamming



Mijn officiële Publicaties
Wat een geluk Toon te kennen, hij was onvoorwaardelijk ingenomen mijn essays te publiceren in diverse zijner tijdschriften. Deze werden gelezen in Nederland en Vlaanderen. Zo een kans krijg je nimmer meer!

1. De Tridentijnse mis te Keulen
De plechtige pontificale Tridentijnse hoogmis te Keulen op 18 oktober 1997 wist ik van een publicatie per Pro Missa Tridentina 2-10-1997 te Stuttgart. In dit blad N14 December 1997 werd nadien een kort verslag gegeven. Ook de mistekst en de preek door S. Em. Alfons M. Kardinaal Stickler bezit ik, geplaatst 6/4-12-1997 in Una Voce Korrespondenz.  Ik stuurde dit essay schriftelijk naar elf personen, kreeg zes reacties. De publicatie (iets ingekort) vond plaats in Katholiek Maandblad J10 N3 maart 1997 p78-85 met mijn naam en adres welke ik als copie extra stuurde naar zeven personen, en in Brevi Manu (helaas een  kwartaal later) J3 N1 april 1997 p 9-15 voorzien van deskundig commentaar door de redactie, te weten niet minder dan A.F. Bongers.

Katholiek Maandblad J10 N3 maart 1998 p78-85
Brevi Manu J3 N1 april 1998 p9-15

 De integrale publicatie is in mijn weblog:

Een Plechtige Pontificale Tridentijnse Hoogmis in de St-Kunibert te Keulen op 18 oktober 1997, gecelebreerd door Alfons M. kardinaal Stickler (+12 december 2007) [Essay van 31 oktober 1997  (hyperlink)

 

2. De Voettocht naar het Heilig Land
Ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de priesterwijding van Prof. Dr. Mag. J.P.M. van der Ploeg O.P. op 7 juli 2002. Ik stuurde mijn essay schriftelijk naar acht personen. De publicatie vond plaats in Catholica, sept. 2002 N1.


Uitnodiging 70e verjaardag

Catholica sept. 2002 N1

De kritiek van Toon o.b.v. observanten is dat weliswaar de oude Dominicaanse ritus werd gecelebreerd maar dat de (prachtige mannenstemmen) schola zong volgens de NOM. Pastoor Berger uit Kijkduin reikte de handcommunie uit, ook not done. Epistel en Evangelie waren ook volgens de Dominicaanse ritus maar pastoor Berger las uit de ritus 1973. De synthesizer muziek is wel een vloek hier. Het Ave Maria niet eens in het Latijn maar het Te Deum stond toch in het programma. Geen mens die dit alles in de gaten had. Je zou zeggen: zo ver is het gekomen...
De uitnodiging voor de gedenking van Prof. van der Ploegs 90e geboortedag op 4 juli 1999 heb ik afgeslagen.

De integrale publicatie is in mijn weblog:

Voettocht naar het Heilig Land - Jubileum 7 juli 2002 prof. Mag. Dr. pater J.P.M. van der Ploeg O.P. zijn 70-jarig priesterfeest (hyperlink) 

 Jan van der Ploeg (priester) 

 Zie deze Wiki.


De eerwaarde abbé Gérald Duroisin
Het is vandaag 21 maart 2018 precies twintig jaar geleden dat de abbé mij thuis in Amsterdam-Buitenveldert bezocht. Hij kreeg mijn adres van Dr. Reichswald te Keulen (Una Voce Deutschland) en Toon Bongers (te Aarle-Rixtel) die fervent voorvechter is geweest van behoud van de Tridentijnse ritus. De abbé was daags ervoor bij prof. J.P.M. van der Ploeg O.P. te Nijmegen. 
Deze dag was de abbé ook al bij Mgr. Bomers geweest.

Op 29 mei 1999 kwam de abbé wederom. Mijn aantekening heb ik niet bij de hand.

De abbé is verbonden aan de Priesterbroederschap St. Petrus. Deze wederom heeft een binding met de Abbaye Saint-Joseph de Clairval (F).

Het gesprek met Mgr. Bomers, ik had erbij mogen zijn, verliep niet zo goed, bij de monseigneur was geen ambitie gelegenheid te scheppen om de oude mis te laten plaatsvinden. Het kan ook niet anders: voor de bisschopsbenoeming stelt Rome drie voorwaarden, de NOM van harte omhelzen, œcumenicus zijn en Vaticanum II integraal en van harte aanvaarden.

Intussen is het wel veranderd, de Tridentijnse mis is hersteld maar wellicht voor klein publiek. Ik weet dat nu in de Agneskerk deze mis plaatsvindt maar ik ben daar nooit geweest.
Ook ik ben ik niet meer bezoeker van de Latijnse hoogmis in de Krijtberg maar denk er wel veel aan.

De bedoeling van de abbé is contacten in Nederland te leggen voor liturgische werkzaamheid. Door de weerstand bij de gevestigde autoriteiten is dit niet geslaagd.

Het was de abbé een vreugde onlangs weer van mij te horen.


Orthodoxe diensten
Na Toons periode van religieuze inactiviteit bezocht Toon de Russische orthodoxie in het Klooster (mannen) van de H. Profeet Elias te St. Hubert bij Mill Oost-Brabant. Ook het Grieks Orthodox  Klooster (vrouwen) van de Geboorte van de H. Moeder Gods te Asten. Beide puur verticale ritus.


Tridentijnse HH. Missen
Deze werden rond de eeuwwisseling op een aantal plekken in Nederland gegeven: Vanaf 1984 de Fraterniteitskerk St. Pius X (gebouw van 500 jaar, gerestaureerd) St. Clemenskerk te Gerwen (Nuenen) NB met paters van Mgr Lefebre. Toon kwam daar aanvankelijk uit curiositeit.


St. Clemenskerk te Gerwen (Nuenen) NB
 
Kapel O.L.V. van de Rozenkrans te Den Haag, de Kapel H. Theresia van Lisieux te Maastricht en de Mariënboschkapel te Nijmegen. Alle adressen hebben relatie met de Priesterbroederschap Pius X, afkomstig van de (ipso facto) schismatieke Mgr. Marcel Lefebvre (+1991). Andere plaatsen met de traditionele mis zijn Stein, Tilburg, Nijmegen, Oldenzaal en Utrecht en zelfs bij 'n oude kapelaan op zolder. Een vestiging voor de Oude mis was bijna voor elkaar in de Syrisch Orthodoxe gemeenschap in de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Keizersgracht maar Dr. Steinkamp van Opus Dei wist Mgr Bomers vervolgens om  te turnen. Eerder was De Papegaai/Kalverstraat al mislukt. Achtergrond is angst voor concurrentie voor een city-kerk. Slechts in het Zuiden zijn dekens en pastoors sympathisant, sommigen uiterst discreet. Want Mgr Wiertz kostte het zijn baan.

Te Parijs St. Nicolas du Chardonnet alwaar menig Nederlands priester komt kijken.
Desalniettemin noemt Toon zich gewoon Rooms-Katholiek.
De andere adressen zijn België en Luxemburg.

Toon verrichtte wekelijks vertaalwerk voor de preektekst van 'n Duitstalige Poolse priester die zo foutloos in de kerk kon optreden. Uit het Duits vertalen was Toons perfectie! Ook prof. van der Ploeg prees hem inzake de vertalingen van gewichtige Duitse brondocumentatie.

Pro Missa Tridentina lijkt ouderwets maar onderschrijft toch "de dwalingen van Vaticanum II".





















Een schizofrene wereld?
Als Toon Bongers met hart en ziel klassiek is ingesteld, hij zelf zou zeggen de Waarheid te dienen, dan verricht hij een zekere propaganda niet alleen voor aanhangers van de Tridentijnse kerk en aanverwante misorde maar ook voor hen die normalerwijze (hij zou zeggen naïeverwijze) in de NOM verkeren vanaf het IIe Vaticaans concilie. Beide tegelijk gaan niet, men moet kiezen (òf/òf) met gevaar zich te isoleren. Dit is huiveringwekkend en procureert een zielsprobleem hoe te handelen, hoe een wegwijzer te zijn voor hen die aarzelen. Ik weet dat ik de pastorie van De Krijtberg met mijn vaste kennis De manke Verzekeringsagent  (hyperlink) op gedempte toon hierover gesproken heb. Ook intervenieerde eens de heer A. (Ton) F.M. de la Porte van de Vereniging voor Latijnse liturgie geen behoefde te hebben aan de oude mis. Dit veranderde toen deze vrij gegeven werd en de "hobbyclub" of cultuurclub met Latijn-opzeggen als gewoonte-sleet, later ruzieclub, zoals Toon vaak schreef, beide misorden in haar publicatieorgaan opneemt en bespreekt. Voor Toon is de lijfspreuk Frangar, non Flectar. Hij houdt van het oude, traditie, hiërarchie, autoriteit.


Toons uitbundigheid
Bij vriendenbezoek en zeker Michael Davies (Una Voce) . Rijkelijk drank. De tegenstelling tot Toons continue ernst valt op: is er iets manisch-depressief in hem?


Una Voce
Is een zelfstandige organisatie met kantoren in diverse landen. Michael Davies schreef "De Liturgische schipbreuk". In Nederland is (Ir.) Jacques van Oostveen voorzitter die oorspronkelijk converti vanuit het Calvinisme is. Hij mist het katholieke aanvoelen. Nog erger: hij gaat naar een Calvinistische dienst in de Parkstraat bij pastor (een o) Hofstede. Zijn pausgetrouwheid is des converti eigen maar dan heeft hij wel de verkeerde in JPII. Doch moeten we hier Toons dubbelzinnig taalgebruik lezen dat wat hij als protestants schrijft gewoon de NOM betekent!


Misbruik
Talloos zijn voorbeelden en uitweidingen.
Bovenvermeld al de show van de Vrouw van alle Volkeren. Daar was ook bij een zekere Mgr. Hnilica. De mysterieuze dood van Johannes-Paulus I, gecombineerd met de dood van Roberto Calvi, de vrijmetselaarsloge P2 (Propaganda Due), Michele Sindona, de screening van de IOR, en aartsbisschop Marcinkus. Het verhaal is misschien te sensationeel om waar te zijn en zo niet dan zijn de feiten nauwelijks te geloven als je uitgaat van de goedheid des mensen. Eerst kort geleden las ik dat eerst paus Franciscus de Vaticaanse bank volledig heeft geschoond van dubieuze accounts. En deze paus leeft nog! Over de Banco Ambrosiano weinig informatie.
Leechburg Auwers die Klaas Beuker heeft gedesavoueerd ziet in Hnilica niets dan goeds.
Stickler hier in de RAI kan ik mij niet herinneren.
Aartsbisschop Paul Marcinkus die geprotegeerd door JPII weer in zijn schatrijke diocees Chicago leeft kreeg een arrestatiebevel.
De dood van JPI een mysterie. De twee broers balsemers waren al in het Vaticaan nog voordat de paus overleden was. Vergiftigde bonbons. Marcinkus, Villot, Albino Luciano.
Op het laatste conclaaf zijn verschrikkelijke dingen gebeurd, kreeg pater van der Ploeg Dominicaans confidentieel te horen.
Kardinaal Danneels en bisschop Luystermans lieten pastoors hun gang gaan. Kwaal dezes tijds is het gemakkelijke leventje van de geestelijke, rechten, inkomen en weinig plichten. Worden dezen ooit door Jezus Christus geaccepteerd?
In feite zijn de kerkgebouwen en inboedel eigendom van de parochianen die hun centjes daarvoor hebben geofferd.
De Nieuwe Revu verhaalt dat een journalist een ton kreeg om compromitterende foto's van R. Ph. Bär uit de publiciteit te houden. Alex, de legerarts, was zijn vaste vriend.
Simonis betaalde een klagende nicht 25.000 die Jan ter Laak in de nacht opzocht. Wie is eigenlijk nu de misbruiker hier? Ook verduistering van gelden Pax Christi.
Het vorstelijke salaris van (leken-)pastores.
De beleggingspolitiek van het bisdom Rotterdam.
De Zusters van Liefde zijn de grootste particuliere aandeelhouder van V&D.
De kapel van de Krijtberg is leeggehaald voor sacred dance.
Gijsen bleek chantabel wegens 'n incidenteel geval van herenliefde en moest emigreren. Volgens Toon is de geaardheid niet opportuun als men zich maar aan het celibaat houdt. Je zou een faux pas uit de jeugd mogen vergeven.
Na-conciliaire dwalingen.
Prof Rutten over Medjugorge.
Dood spoor van Krijtberg en Papegaai.
Emeritus hulpbisschop N. uit Utrecht is te oud om te vervolgen.
Vincent van Opstal uit Rolduc met de rector en met zijn vriendinnetje. De rector werd naar Oostenrijk overgeplaatst en Mgr. Gijsen bleef geschaad achter.
Bisdom Rotterdam 90% der priesters met een partner.
Bisschoppelijke Noden - het potje voor schadevergoeding.
Althea - vereniging van priestervriendinnen. Seef Konijn van 'n parochie Haarlem had vijf vriendinnen. Moest van Mgr. Bomers in therapie en werd nota bene ziekenhuispastor. Een zo'n vriendinnetje moest blijven biechten omdat de priester er zoveel van kon leren...

Zo is het vroeger ook gegaan: De kerk is een, heilig, katholiek en apostolisch. Ten tijde van de Arianen was Athanasius de enige die rechtop  bleef. Eerst na zijn dood gerehabiliteerd. Ook nu wordt het graf van Mgr Levebvre heimelijk bezocht totdat het modernisme wordt veroordeeld. Dan wordt Johanne Paulus II veroordeeld.

Castrillon Hoyos is onbetrouwbaar. De FSSP gaat eraan door zich in 1988 van Rome onafhankelijk op te stellen. De sensus catholicus ontbreekt het velen: Michael Davies, Jacques van Oostveen en Jos Heitmann. En dan die bespottelijke parochies als Krijtberg, Papegaai en De Duif...
Alleen de Fraterniteit Pius X geldt want wie kan het beter?
Prof. Rutten is een arrogante kwast., uit op bestuursfuncties. Zijn ogen hebben Toon niet bevallen. Hij is heus geen kenner van Teresa van Avila. Het enige wat hij wil is macht.


Valse Verschijningen
Een Franstalig boek van Joachim Bouflet (2000).
Authentiek en erkend zijn Parijs (Rue du Bac), La Salette (1846), Lourdes, Fatima, Beauraing en Banneux.
San Damiano en Medjugorge (!) echte mystieken.

Criteria zijn:
1. Komt de boodschap overeen met de openbaring van God en de traditie van de Kerk? Is de boodschap niet in strijd met geloof en zeden?
2. Is de ziener geloofwaardig? Is de ziener gehoorzaam aan het bevoegde kerkelijke gezag? Ernst is niet voldoende. Bovendien kan er sprake zijn van manipulatie.
3. Hoe zijn de vruchten dezer openbaring?

De  kerkelijke erkenning van de echtheid der verschijning is niet dwingend.
De plaatselijke bisschop is cruciaal, niet bisschopsconferentie, noch Rome.
Echte mystieken mijden publiciteit. Maar zij die schrijven behoren een geestelijk leidsman te hebben. Doch dit is wel eens zwaar kut geweest in het verslag van de zogenaamde zieneres zuster Faustina die klaarblijkelijk haar biechtvader zit na te praten. Erg hoor, ik had het boekje willen weggooien.
Pseudo-mystieken behagen ontboezeming, sentimentalisme en subtiele sensualiteit. De Maagd gezien te hebben is nooit leugen..., denkt men.  Het middelpunt van de ziener, zijn persoon. Een uitoefening van macht. Zijn intelligentie is gevaarlijk.


Het oude Kerkelijke jaar


De Kerk - Stat veritas
Ik laat hier Toon als uitmuntend schrijver zelve aan het woord.
Boven alles blijft het Toons verantwoordelijkheid in vele uitspraken die ik citeer.


(21-4-1998) De huidige kerk van Rome is niet de Kerk van Christus!

God is ook een mysterie. En dit mysterie is ook aanwezig in de katholieke Apostolische Leer. Wij weten niet waarom Hij toelaat dat nagenoeg de hele Kerk van het geloof afvalt en door deze afval de rest van de mensheid in haar val meesleept.

Ten tijde van Noë liet Hij miljoenen mensen in de vloed omkomen, en in andere tijden redde Hij miljoenen mensen niet uit de klauwen van de duivel. En ook dit mensengeslacht niet, waarover de voorconciliaire pausen hebben gezegd, dat de katholieken die niet leven volgens de voorschriften van het geloof zullen worden meegesleurd in de dreigende vloedgolf van het kwaad en niet alleen zichzelf de ondergang zullen bereiden, maar ook het christendom aan de bespotting zullen prijsgeven.

Echter, wie katholiek wil blijven, meer in het bijzonder onverkort trouw aan de door Christus gestichte Kerk, kan hierin nooit meegaan. Dat spreekt vanzelf.

Never forget: het christendom (abdijen, monniken) heeft Europa groot gemaakt. Eerst vanuit Ierland en Groot Brittannië oostwaarts, vele eeuwen later vanuit de Benedictijner abdij van Cluny, iets later kwam daar ook die van de Cisterciënsers van Cïteaux bij, noordwaarts. Katholieke kloosterlingen hebben ons gekerstend en beschaving, kunst en cultuur geschonken en Europa godvrezend, welvarend en groot gemaakt in alle opzichten. Alle rest-cultuur die wij vandaag nog bezitten, bezitten wij dank zij deze abdijen en hun bewoners. Met het verlaten van het christendom (=katholicisme) tijdens de reformatie kwam: slavernij (in de zin van het verhandelen van Afrikanen) en kapitalisme, socialisme, communisme. Nu we met een toenemend (sterk) geseculariseerde, toenemend criminele, toenemend decadente en toenemend goddeloze samenleving zitten is het opvallend dat dat - alweer, net als slavernij en kapitalisme - samenvalt met het hernieuwd loslaten van het christendom.

(25-4-1998) Toon beroept zich op art. 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens om openlijke vervolgen en bekritiseren van hen die de Katholieke Overlevering trouw zijn gebleven. te staken.

(11-8-1998) Ik kreeg van Toon de Pascendi (1907) encycliek om duidelijk te zien wat het Modernisme voorstelt en niet mag. Het manke verzekeringsmannetje sloeg eens met de hand op tafel wegens de beweringen en veroordelingen in deze encycliek. Ik opponeerde dat die toch maar in de conjunctivus staan? Over Cekada's fundamentele kritiek is elders geschreven. May is het standaardwerk geadviseerd door Mr. Drs. H.H.M. Jansen en door Toon geaccepteerd. De kerk van tegenwoordig is maar een gezelligheidsuitje waar God vergeten is. Dat Toon zich laatdunkend over prof. Robert Spaemann (PMT) uitlaat vind ik spijtig aangezien ik deze ken van zijn bijdrage in Aufklärung heute (1980), "Über nichtrationale Voraussetzungen des Vernunftgebrauchs". Toon is inzake deze persoon onterecht abwertend.

(11-11-1999) De Enchiriodion symbolorum definitionum et declarationum de rebus fidei et morum - De Denzinger, 37e druk is t.o.v. 1950 gekuisd. Pater Gérald Duroisin zei me de Denzinger te kennen. Of ik in de UB hiernaar gezocht heb weet ik niet meer.
NOM-kerk is een allerbest Luthers misbaksel, comfortabele, permissieve, horizontalistische, infantilistische en humanistische sop.

(20-11-1998) Als orgelmuziek je zo na aan het hart ligt ga dan naar het Müller-orgel in de Groote Kerk te Haarlem.

(6-9-1999)  2000 jaar woestijn- en kerkvaders, geleerden, concilies, apostolische constituties, encyclieken, Pauselijke leerstukken, dogmata, Thomas van Aquino, van Petrus Romanus tot Pius XII gewoon in de grof vuil-container.
Echter, wie katholiek wil blijven, meer in het bijzonder onverkort trouw aan de door Christus gestichte Kerk, kan hierin nooit meegaan. Dat spreekt vanzelf.
Never forget: het christendom (abdijen, monniken) heeft Europa groot gemaakt. Eerst vanuit Ierland en Groot Brittannië oostwaarts, vele eeuwen later vanuit de Benedictijner abdij van Cluny, iets later kwam daar ook die van de Cisterciënzers van Cîteaux bij, noordwaarts. Katholieke kloosterlingen hebben ons gekerstend en beschaving, kunst en cultuur geschonken en Europa godvrezend, welvarend en groot gemaakt in alle opzichten. Alle rest-cultuur die wij vandaag nog bezitten, bezitten wij dank zij deze abdijen en hun bewoners. Met het verlaten van het christendom (=katholicisme) tijdens de reformatie kwam: slavernij (in de zin van het verhandelen van Afrikanen) en kapitalisme, socialisme, communisme. Nu we met een toenemend (sterk) geseculariseerde, toenemend criminele, toenemend decadente en toenemend goddeloze samenleving zitten is het opvallend dat dat - alweer, net als slavernij en kapitalisme - samenvalt met het hernieuwd loslaten van het christendom.

(9-1-2000) Op mijn verzoek liet Toon zich wel gunstig uit over Rudolf Steiner, die hij mediamiek-begaaft acht. De Vrije Scholen zijn bepaald niet de slechtste. Ikzelf heb aardig wat literatuur van de Christengemeenschap met haar (niet-Christelijke) anthroposofische root gelezen en waardeer Toon dat hij niet als een blind paard zit te vertrappen. Daarmede zou hij zijn geweldige intellectualiteit bepaald schade berokkend hebben!

Onvermijdelijk komen we met alle godsdiensten op het vraagstuk van de waarheid. Dat vind ik een uitzonderlijk moeilijk woord. Wat is waarheid van godsdienst? Het wordt vaak zo begrepen dat godsdienst aan een echte, waarachtige nood van de mens voldoet. Maar volgens mij is de vraag of de godsdienst fundeert, of móét wortelen, in een zekere kennis van het goddelijke die op logische waarheid aanspraak kan maken. Zo een vraag is natuurlijk zeker sedert de Verlichting problematisch geworden. Daar zou een boek over te schrijven zijn.

Een schitterend stukje tekst, zou Toon dit zelf geformuleerd hebben? Anders heeft hij zijn boekkennis perfect opgeschreven, waarvoor alle hulde. Verder:

De katholieke Kerk stelde voor het concilie - hoe dat nu is weet ik niet - altijd tegenover alle betwisting van het waarheidskarakter van de religieuze uitspraken een onwrikbare bevestiging van de objectieve waarheid van haar godsdienstige en dogmatische uitspraken. Er is een dogma-ontwikkeling, waarbij de formuleringen steeds ver-volmaakbaar blijken te zijn. Met inachtneming van de analogie kan verantwoord worden dat begrippelijke uitspraken over God de goddelijke werkelijkheid zelf op menselijke manier naar waarheid be-tekenen. De bekendste voorvechter van deze stelling was kardinaal Newman die op "het dogmatisch principe" de Oxfordbeweging fundeerde en zo tot volledige aanvaarding van het katholieke dogma kwam. Misschien leuk om Thomas van Aquino eens na te slaan op waarheid en dergelijke artikelen (zie: Summa Th. I, 16 en 17; II-II, 109-113 en andere plaatsen).

(28-11-2000) Ik ben een mens dat van duidelijkheid houdt en van uitgesprokenheid: de onverbloemde waarheid, zonder zachtzinnige concessies, uitgesproken kleuren, weer, seizoenen enz.

Daarom ook kan ik de "Vereeniging voor Latijnsche Liturgie" niet uitstaan: aan de ene kant haten en vervloeken zij de liturgie van de Kerk (de Tridentijnse, Latijnse is nog immer de officiële ritus van de Kerk van Rome, de Novus Ordo-kul is officieel nog steeds ad experimentum ofwel experimenteel en dus maar een probeersel) en aan de andere kant willen ze wel het Latijn handhaven op het obsessionele af. Als ik hoor dat Vanderpoorte (de la Porte) zelfs de lezingen in het Latijn staat te hakkelen en stotteren, dan zakt me de broek af. Als je nou toch voor het neo-modemistische infantilisme, horizontalisme en humanisme in de liturgie bent, wees dan in God’s Naam consequent en gebruik een modem taaltje, liefst ook in de Oosterhuisiaanse-Newspeech: “Jij die mij ik maakt, brood dat naar mensen smaakt, naar de ander toe, elkaars gezicht verhelderen” enzovoort. Dan zou het - als de causa niet zo bloedserieus zou zijn - ook nog grappig kunnen zijn. Nu is het een ergerniswekkend doodgeboren softenonbeebietje. Au secours, mir wird schlecht. Mit Tränen setzen wir uns nieder.

Natuurlijk heb jij gelijk. Gregoriaans moet a capella worden gezongen. Weer zoiets! Weten zij, die zich “liturgisten” wensen te noemen wel wat liturgie überhaupt is??? Mit Tränen setzen wir uns nieder.

De eerste en allerbelangrijkste taak van de kerk is de aanbidding en lofprijzing van God. De priester moet met zijn gelaat naar het tabernakel staan. Tongcommunie.

Bij andere volkeren die Christus als tweede persoon van de H. Drievuldigheid niet erkennen zal de H. Geest nimmer werkzaam zijn. Christus zei: "Wie niet voor mij is is tegen mij" - en (is) daardoor veroordeeld.

Woorden als concelebreren, eucharistieviering en 'voorgaan' zijn Toon een gruwel.






De auteur van dit schandaalboek in de Franse taal is père Joseph de St.-Marie O.C.D., zoon van Louis Salleron (1905-1992, Zie: Analecta 1). Prof. aan de Theol. Hogeschool in Rome (v.d. Carmelieten) Theologicum. Deze valt uit na het aanstaren van de eerste normatieve NOM-mis in de Sixtijnse kapel op 24 oktober 1967 en spreekt van bedrog door een coup van verantwoordelijken den paus aangedaan.


Het Lijden
In het klooster was de wekelijkse  discipline gebruikelijk. Toon heeft een oude pater gesproken die er niet aan meedeed, "Ja, ik ben gek!". Desalniettemin had deze heer een waarlijke roeping en was hij ondanks zijn ouderdom altijd op het koorgebed.
Lijden door slaan is geen lijden, kan genot zijn (masochisme). Het is luxe en nog eens luxe.
Lijden is geen kiezen, het overkòmt je. Van boven?
Klagen is stomvervelend, zelfmedelijden. En dat lijkt op hoogmoed.
Zij die echt lijden klagen niet. Ze zijn zelfs hulpvaardig en verrassenderwijs blijmoedig.
Lijden moet rede en zelfbewustzijn hebben. Anders is het eenvoudige pijn.
Psychisch lijden kan vrijwillige keuze zijn. Ascese leidt tot zelfbeheersing en beteugeling der driften. Hier wordt lijden een zelf-ontlediging.
Toch overkwam het Toon een hüpsch ziekenverzorgstertje te zien waarbij hij iets dacht. Maar hij dacht daaraan te versterven en af te zien van hoogmoed. Hoogmoed is een verlangen naar absolute vrijheid, non serviam.
Echt lijden is passief, een ondergaan, een afhankelijkheid. Een vrijwillige acceptatie. Christus verrichtte dit. Zijn offer is voor Toon een Mysterie. En algemener wordt het nog onduidelijker.

De Kerk zegt dat de zondeval de oorzaak is van alle lijden in de wereld. De erfzonde is de hoogmoed. Waarom dit naast de almachtige God kan bestaan is Toon na een lange "dialogue interieur" een waar raadsel.

En de seksualiteit, moet men de drang gehoorzamen om nageslacht te verwekken zonder het genot te mogen proeven?

Nooit heeft Toon een "bevredigend"antwoord gekregen.

Het wachten is op  het hiernamaals, waarvan Toon in zekere vormen een inzicht heeft gekregen. Noem dit het tipje van de sluier opgelicht. Dat is zijn visionaire geest, waarover eerder meer.
Toon sluit af met een gedichtje van De Genestet:


Mijn Wetenschap en mijn Geloof 
     Die leven saam in onmin,
Want de eene houdt, wat de ander doet
     En denkt en meent voor onzin.
Intusschen, beide heb ik lief,
     Juist even trouw en innig,
En toch vind ik mij-zelven niet
     Onreedlijk noch krankzinnig.






Aarle-Rixtel
Aarle-Rixtel



Einde van deze biografie


Aanvullingen
30-3-2018 Betere foto, 2-4-2018 Slaapverlamming, 4-4-2018 Kosmos, 27-11-2018 Jan van der Ploeg, hyperlink,



Jos Heitmann
AMSTERDAM 

email: Jos Heitmann


 (hyperlink)