woensdag 2 augustus 2017

De (stok-)oude Vrijdenkers en Atheïsten van De Vrije Gedachte begin zeventiger XXe

Begin 70er was ik verbonden aan de vrijdenkers te Amsterdam. Mijn vriendin Diet Verhaar vroeg: "Waarom al die oude mensen?" Ik hoorde niet maar kreeg later toch spijt. Namelijk was ik terecht gekomen in een levend fossiel van de vooroorlogse Vrijdenkersvereniging "De Dageraad" zonder enige verandering, hetzelfde patroon van denken en handelen tegen de christelijke religie en kerken. Kortom een prolongatie van voor de oorlog. Dat had niet gemoeten maar ik moest nog veel leren.

Bijeenkomsten werden bekendgemaakt in VN.

Alhier een overzicht van de mensen die (mij) na stonden; ik ging beleefd met ze om totdat het niet meer kon.

Jan G. de Ronde (1899-1982)
Voorzitter afdeling Amsterdam en erelid.
Van beroep kleermaker en levenslang overtuigd communist. Grapje: "Maak je niet de kleding voor de kapitalisten?" Drong zijn visie nooit op, stelde wel het moderne Sovjet Unie te bewonderen, zie maar de wolkenkrabbers! Echter het binnenland ware nog middeleeuws. Woonde vanaf 1973 in een aanleunwoning van het Leo Polakhuis.
Zat de openbare vergaderingen in Kras, zaal D, voor en was (onverwachts) welbespraakt. Een zeer beschaafd man met boekenkennis zij het gepopulariseerde literatuur. Deze heeft de bijeenkomst geleid met Dr. Marius Flothuis als spreker.

Anna (Ans) C. Bianchetti-Goedee (1908-na 1978)
Aanvankelijk secretaris afdeling Amsterdam.
Woonachtig vanaf 1936 aan de later vernoemde Churchilllaan. Hield daar huiskamerbijeenkomsten van laag niveau: een woordenwisseling of een bepaalde dominee wel progressief was of niet, daarvoor kwamen we echt niet.
Deed aanvankelijk lief maar ontpopte zich tot een neurasthenische querulant. Had forse tieten. Chaotisch in administratie; het gehele huis vol papiertjes tot onder de dressoirschaal. Babbelziek en achterklap (haar woordje). Vreselijk handschrift. Kreeg begin 70er een darmoperatie met stoma.
Haar man ooit met Italiaanse roots bezat een pregnant gegroefd gelaat en zag er tientallen jaren ouder uit. Werd door Ans in het openbaar gekoeioneerd waardoor hij enigermate stotterde.
Er begonnen scheldbrieven verstuurd te worden.

Hendrika C. Bongaertz-Schoen (1918)
Penningmeester Afdeling Amsterdam.
Chic Buitenveldert met haar eerste man Dick (1915) maar zijn tweede vrouw. Ongelukkig huwelijk, moet je maar niet op het geld afstappen. Had een volkswagentje dat zij bestuurde zowat leunend op het stuur. Rie had een buitengewoon knap uiterlijk maar was inwendig wel ongestudeerd. Er is niets wat ze goed kon zeggen of het was triviaal.  En die kreeg laaiende ruzie met voornoemde Ans. De club was voorgoed geschonden.
Ze was van eenvoudige afkomst, haar vader sneed kurken. Zelf was ze lieflijkerwijs bescheiden te zeggen dat ze niet meer dan een winkelmeisje is.
Dick werkte in de oorlog een paar jaar bij een bedrijf voor nautische instrumenten te Bremen.
Zij kreeg twee, misschien vijf kinderen. Had Duitse connecties gezien haar dochter Carry.
Dit Duitse, ze zal er meermaals over gehoord hebben, werkte wellicht op de zenuwen van Ans want die had haar bek vol over fascisme.
Eind zestiger verhuisde het echtpaar naar de omgeving van Antwerpen.

Haar schoonbroeder Johannes A. Bongaertz (1910) woonachtig a/d Vrijheidslaan was voorzitter van het Vrijdenkersfonds, een instituut uit de Domela-tijd. Werkte levenslang bij het voormalige NOG. Later is de welgevulde kas aangezien het bestaan van (zo)vele afdelingen illusoir werd door het hoofdbestuur geconfisqueerd.

Milly Wallert-Lisser (1921-1977)
Een moddervette tante uit het Tuindorp Oostzaan. Was overtuigd communiste maar viel van haar geloof af, bleef niettemin links en fel antifascistisch. Toen Jan de Ronde uitviel als voorzitter wist ze gewiekst zelf de bijeenkomsten te gaan voorzitten. Echt geen gezicht.
Ongelukkig huwelijk.
Stierf jong, haar man evenzo.

Bernardus J. Alwycher/Alwijcher (1915-1983)
uit Betondorp, zoon van een politieagent. Van huis uit anti-Duits.
Was erg dom, gehuwd na de oorlog met een Joodse vrouw, die zelf het woord Mischling gebruikte. Gewoon bestuurslid. Toen zij werd opgenomen in het (Roomskatholieke) Maria Paviljoen maakte ik de grap dat zijn zaad nu over den akker moest vloeien. Hij en de anderen werden boos maar ik wist niet dat zij geopereerd was geworden aan de baarmoeder en de eierstokken. Hij wachtte zijn kans af en stelde dan dat het door mij opgerichte blad Amsterdams Nieuws nauwelijks nieuwe leden heeft bezorgd. Mevrouw Schoen had al meermaals geklaagd over opzeggingen via haar telefoon. De anderen gaven hem gelijk en ik verliet de vrijdenkers.

Hendricus (Henk) B. Schreiber (1910-1986)
Amsterdams maar woonde later chic te Amstelveen. Was ambtenaar bij de Gemeentelijke Waterleiding. Anti-Duits als erfenis.
Laat gehuwd met een twintig jaar jongere vrouw (1921-1979) en dan nog drie kinderen. Was jaloers op een vermeend dichterlijk talent van de jongste.
Amateurfilosoof, keek neer op vakfilosofen maar kende wel alle Nederlandse hoogleraren van naam. Kenner en bewonderaar van Kant, waarvan hij zijn inzicht had bekomen van de schrijver-communist Dr J. L. Snethlage (1886-1983). Hiervan had Henk zowel zinnen als alinea's uitwendig geleerd die hij altijd tot op de interpunctie nauwkeurig herhaalde. Dit valt in het begin niet op maar later wel en dan heb je er wel genoeg van dit schijndiscursieve denken.
Henk was suïciaal en ging na psychiatrisch herstel met groot genoegen een correspondentie met ausgerechnet mij aan. Toch kon hij kritiek mijnerzijds uiteindelijk niet velen want dat verstoorde zijn wankele evenwicht. Hij schold mij uit voor "partieel krankzinnig" en haakte af.

Over Henk Schreiber schreef ik nog een biografie, behandel zijn "Kantlezing" (1974) en zijn "Einde der Westeuropese Hegemonie" (1960). Beide zien er degelijk uit maar zijn in feite toch compilatie.

Johannes Kleuver (1908-1989)
Een vrij klein mannetje, nogal leep. Had een paradijselijke tuin. Laat gehuwd met een charmante vrouw. Was niet lid van het bestuur maar kwam er wel bij en kon goed aanpappen. Zelfs heeft hij in het hoofdbestuur te Rotterdam gezeten en dat is bepaald ambitieus. Hij gebruikte mij als opstapje.
Was ambtenaar bij de RVB aan de Stadionweg en in het diepste geheim communist. Eerst vanaf 1973 kon hij hier openlijk voor uitkomen.

Frits Kief
Niet echt bestuurslid te Amsterdam wel van het Hoofdbestuur en de VRO.
Over hem schreef ik een uitvoerige biografie (zie hyperlink).

A.J.N. van de Kogel
Kascommissie.
Wie oud is kan goed met geld omgaan.


Ben J. Heytze (1925)
was een van de jongste.Tekenaar, anarchist (Max Stirner) en bezat een helder verstand. Engelse humor. Gehuwd met een Joods (ondergedoken) weeskind. Gruwelde van de kibbelarij. Kennis van Duits, schonk mij de roman van Kurt Kluge.

Over zijn familie, verraad in de bezettingstijd, schreef ik een essay dat niet gepubliceerd is maar op een goed moment wel zal worden. 


Uit: De Vrijdenker J45, nr7, 9/2014, p24


Tallozen van (stok-)oude leeftijd, G. Overre, Ben Kooker erelid, Tom Rot, enz. doemden op en deden hun zegje. Later begreep ik in een verkeerd gezelschap verzeild te zijn geraakt. Na mijn afscheid begin 70er ben ik nooit meer teruggekomen en gingen de meesten snel goddelozerwijs dood.



















Corr: 3-8-2017 een lettertje, 26-11-2019 veel Bongaertz en wat Bianchetti.