dinsdag 9 juni 2015

Lilian Visser (gehuwd geweest Van Veenendaal) met ranke Benen en lange Tenen



Lilian die verschijnt klaart de lucht blauw

Haar dochter die ik nooit gezien heb herkende ik onmiddellijk: zelfde wilde piekharen, zelfde ogen, lippen, slanke gestalte en fraaie benen. Daarenboven zelfde stem! Ze was in het zwart met bontjasje. Vreemd genoeg niet bij de apart gezeten rouwfamilie, net zo min als haar vader maar ze stond bij ons, genodigden en bezoekers, te converseren en kennis te maken. Ik heb haar niet willen spreken maar gezien heeft ze mij zeker.

Lilian Sylvia Visser heeft 5 jaren haar uitvaart voorbereid. Juni 2000 was haar operatie van darmkanker. “U heeft nog twee jaren te leven”, krijgt ze te horen. Haar lever weliswaar aangetast hebben ze kunnen redden, vertelde ze mij op 16 september 2001 toen ik haar weer ontmoette in de Andrieskerk. We spraken beleefd maar afstandelijk. Ze was toen vel over been, had nauwelijks borst en haar kapsel was gespoeld. Het bezoek aan arts, specialist en ziekenhuis was in volle gang, hoor ik nu en dat is met dergelijke patiënten altijd het geval. Je blijft reizen. Je leeft met je ziekte alleen de manier waarop is persoonlijk. Zij heeft haar ziekte voorbeeldig gedragen. Ze had er karakter voor.

Als ik dan haar jonge vriend zie moet ik minutenlang observeren of hij het wel is. In 2000 voor het laatst gezien is de nu 47-jarige man danig volwassen geworden. Loshangende haren en een zwarte lange jas. Aristocratische wijze van bewegen. Ik moet bijkomen van mijn verbazing.

Lilian heb ik het laatst gesproken begin 2000, waarna ons zesjarig contact werd stilgelegd. Het is wel begrijpelijk dat ik niet een derde kan zijn bij de opkomende liefdesrelatie van Lilian en die man. Ik moet mij wel derangeren maar dat ging niet zo gemakkelijk. Ik kon het gewoon niet geloven! Mijn laatste brief heeft ze beleefd beantwoord en ons laatste telefoontje was nogal fel. Het kon allemaal niet anders. Die keren dat ik haar in de Andries zag, haar kapsel was immer opvallend, groette ik haar als eerste, meer niet. En er zal ook nu gezegd worden dat waar zij zich bevond er altijd een uitstraling van haar kwam die mensen aantrok!

Zo heb ik haar ontmoet op 15 december 1994 in het Wagnergenootschap en hadden wij snel goed contact. In de kerstnacht gingen we samen naar de Mensenwijdingsdienst in de Andrieskerk, waarover ik een uitvoerig essay schreef (niet gepubliceerd). Jawlenski was haar eerste kaart.


Alexej von Jawlenski Heilandsgesicht mit Entsagung, 1921


Onze intimiteit ging ver in gesprekken. Zij vertelde mij meermaals haar vrees voor de onverwachte vloeiingen waardoor zij getroffen werd. Dat is vertrouwelijk, nietwaar? Dat deze zouden uitmonden in een grote operatie ervoer ik dus later. Zij, die altijd gesproken heeft over de goede manier van leven betreffende voedsel (dit mag niet, dat is ongezond) en weinig alcohol nuttigde, moest ausgerechnet zo een kwaadaardige ziekte krijgen, eigenlijk bizar. Net als haar broer nu zegt vond ik dit voedselgepraat vaak gezwam. Vlees is lijk, melk, kaas en zo meer, niets mocht. Een filetje van kip nog net. Medicijnindustrie een maffia, wat buurman Eric ook zegt, maar waarover je wel zwijgt als je ziek bent en hulp nodig hebt! Waar wij al niet over gesproken hebben!

Een reisje op 26 augustus 1998  naar Haarlem was in volle regen en niet zo leuk, een middagje op 4 juli naar de stad werd verstoord door de beginnende voetbaluitzending. Als je die smoelen ziet binnenkomen weet je al genoeg. Ik die nooit voetbal zie noch van sport houd werd derhalve gestraft door mijn onwetendheid! Bij De Zwart zijn wij een paar maal samen geweest. Ze babbelde toen nog openhartiger dan ooit en zei: “Weet je wel te spreken met een lesbisch meisje?” Ik dacht dat het scherts was. Een kleiner reisje was eerder op 4 juli 1998 naar het 2e Van der Helstplein alwaar een muziekgezelschap met Klezmer optrad. Het was me een gejengel door de microfoon; ik heb geen idee of dit nu Joods is. Lilian had een japon aan en toonde haar ranke benen. Wij filosofeerden tot 03:45 in de nacht. Logeren deed ze op een retraîte te Zundert (ook heilige communie!) en een paar bezoeken aan een jeugdvriend in het zuiden des lands. Dit wordt een fiasco. Ze moet 'n zoekende ziel zijn: flirt met een aannemer. Ik denk dat in dit jaar wij ons het meest nauw aan het hart hebben gelegen..

Vaak is ze bij mij thuis geweest, vaak was ik bij haar, monteerde eens de coaxkabel door de muur en moest met pijn de zware gereedschapstas naar huis dragen. Toen woonde zij vanaf 1 mei 1997 al in Buitenveldert op 15 minuten afstand. Een Joodse bakker op zicht. Na 2 jaar nadenken koopt ze toch een heidense TV.
Wij hebben een aardig grote correspondentie gevoerd. Altijd reageerde ze op mijn brieven uitvoerig en in haar sierlijke handschrift. Lilian was dus een deel van mijn leven en ik voor haar want zij heeft met haar familie en kennissen weldrommelszeker over mij gesproken.
Zelden heb ik een zo nauwkeurige administratie verricht van alles wat ik met Lilian meegemaakt heb. Begin 2000 dacht ik dat alles voor niets geweest is maar dat hoeft natuurlijk niet. Alles noteerde ik, van datum telefoon tot datum kaart of brief.

“Lieflijk Wezen” schreef ik 17 april 1998 als eerder "Liefste". Maar begin 2000 kwam er een vette zwarte streep onder de boekhouding, tot mijn verdriet en tevens met verbolgenheid. Ik kon niet anders. Dit is het geval:
Dan verneem ik dat ze bij die man in ingetrokken en haar woning in Buitenveldert aan heur dochter overlaat. Dat is nog daar aan toe maar als ik nu hoor dat ze met hem hertrouwd is, twee jaren geleden, sta ik wederom paf. “Lilian moet eindelijk de geborgenheid gevonden hebben waar zij haar leven lang naar gezocht heeft”, verklaart mevrouw van de Christengemeenschap.

Ik was tegen die relatie. De man was een onvolwassen jongeman die een huwelijk achter zich had waarbij zijn vrouw weggelopen is uit verveling. Er zit niets in hem dan wellicht louter zijn werkkennis. Intelligent is hij zeker en rijk misschien ook daar zijn huis in het centrum van Amstelveen wel een vermogen waard is. Zijn vrouw zag af van boedelscheiding, bedoelend dat ze zich totaal niet meer interesseerde in die man noch voor zijn geld. Ik zag de relatie met lede ogen aan.
Toen ik dus vernam dat Lilian bij hem woonde verrichtte ik iets dat U weleerwaarde lezer met stomheid zal doen slaan: ik schreef een brief aan de dochter met de bedoeling Lilian te weerhouden van haar beslissing samen te gaan wonen. De jongevrouw heeft nooit geantwoord; ik ben eigenlijk maar een vreemde. Maar wellicht zullen meerderen ervan af weten! Liefde kruipt waar het niet gaan kan.

Feiten worden nu klaar. Lilian is geboren 27 juli 1943, op de dag af drie maanden na mij! Haar vader is kapper en sterft als ze 6 is aan kanker. Ruzie in gezin als een nieuwe partner voor de moeder opdoemt. Lilian wordt ondergebracht in een pleeggezin van een gereformeerd predikant en zal streng christelijk worden opgevoed. Haar broer ziet ze zelden meer. Dat haar moeder gek is heeft ze mij oneerbiedigerwijs vaak gezegd. Over het (eigenlijk half-)joodse van haar moeder wordt maar eenmaal gesproken. Lilian heeft geestelijk niets van zoiets meegenomen, haar broer totaal niets.
Mochten de kinderen van de dominee naar het gym en Uni, zij moest het maar doen met naar zij zegt MMS (eigenlijk Mulo van meisjes). Maar ze heeft door zelfstudie altijd aan zichzelf gewerkt en een uitstraling verkregen die een ieder voelt hetgeen lang nog geen intellectualiteit is, waarover later meer.
Dan huwt ze een kapper uit vaders zaak en krijgt een zoon en dochter. Deze kinderen zitten op dezelfde Vrije School als de kinderen van voormelde mevrouw (wier dochter lesbo is) en zo komt de link met de antroposofie in 1980 al is het maar meer tijd te hebben.
Haar broer is ook kapper geworden. Lilian werkt in de luxe zaak van haar man, bezocht door society, als manicure. Pedicure verricht ze ook. En last but not least de neushaartjes.

Woonachtig was ze in Bilthoven. De schitterende vrouwen die zij hielp werkten in op haar geest. Ze kon op ze verliefd worden. Eerst later begin ik te begrijpen dat haar lesbische uitspraak dus waar is maar dat ze eigenlijk bi bedoelt. Haar (oudere) boezemvriendin uit Utrecht was er ook maar ik weet niet hoe ze eruit ziet. Lilian heeft er een tijdje gewoond na de scheiding.

Als de kinderen het huis uit zijn verhuist het stel na 30 jaar in een flat te Bilthoven boven een bank. Een ware afgang moet ik zeggen en Lilian heeft er zich doodongelukkig mee gevoeld alhoewel zij de blauwe lucht prees. Ik hoorde dat door de telefoon. Talloze uitnodigingen te komen eten. Via verblijf hier en daar komt ze dus vlak bij mij wonen. Ik was blij maar ik heb er niet erg veel profijt van gehad: een jongeman doemt immers op!
Ook deze is doodongelukkig en schreit. Als hij Lilian leert kennen is hij dolgelukkig maar ze verbreekt het contact. Zo ging het wel een vijftal malen tot ze zwicht. Hevig huilen als een kind, hartverscheurend, als ze weggaat. Ze belt een psy voor hulp maar die wil hem maar laten uithuilen. Zou de welvaart bij hem de doorslag geven? 
 


Ze moest immers een kantoorbaantje in de receptie aanvaarden omdat de rente van de gelden uit de boedelscheiding niet voldoende was voor riant levensonderhoud. Ik herinner me gezegd gehoord te hebben niet te geloven in liefde zonder materiële basis. Daar hoef je ook geen Joodse voor te zijn. Ze bezat al een Cartierhorloge met een gouden rand en rest staal, welzeker waard 5 mille. En wie denkt daar ook niet zo over, niet zo naïef zijnd te geloven in kasteelromans?

Tijdens mijn gesprek met de mevrouw, die welzeker weet dat ik bevriend met Lilian ben geweest, verneem ik dat ook zij bedenking had tegen deze relatie met 'n 15 jaar jongere man. “Maar hij heeft zich ontwikkeld”, wat ikzelf al geobserveerd heb, besluit ze, immers je moet de mens positief blijven bejegenen.

De hand die ik hem geef wordt aanvaard, meer spreken we niet. Misschien kan dit gelden als een goedmaken van iets wat ik gedaan heb.
Maar vreemd is dat haar dochter, op de ontvangst niet bij hem verkeert, ik zijn vader en vriendin niet heb gezien. De ex-man evenmin in zijn buurt. Zou er toch altijd en onmin gebleven zijn binnen de familie? Lilian volgde niettemin haar instinct en dat is de liefde met financiële basis. Het is de zoon fysisch onmogelijk gebleken te komen daar deze drie weken geleden een hersenbloeding heeft gekregen en gerevalideerd wordt te Noordwijk.

Per crucem a lucem, wordt gezegd. Door het kruis naar het licht. Vandaar de talrijke witte bloemen.

De kist zakt diep, ik stond er vlak bij. Ik schat 1.80 meter. Het zal bedoeld zijn als familiegraf natuurlijk. Naast de wortels van een cipres, de boom die ze uit 11x Griekenland kent.

Ik ga er nog eens naar toe want ik verwacht een mooie steen.

Jos

AMSTERDAM
21 maart 2005

--------------------

In juli 1997 schreef ik voor Lilian een sonnet. Hierna is er tien maanden stilte in de correspondentie. Ze zal in juni 1998 naar haar bekende Sivota in Griekenland gaan, de 11e maal daar vertoevend met dit verschil dat ze nu alleen is, van waaruit ze mij een stapel brieven heeft geschreven met beschrijving van haar emotionele natuurimpressies.


 Sonnet

"Überfordert" is de zwaluw, hoog gezwoven:
praten, bellen, mensen van één stroom,
"Vrijheid duur betaald" naar Knier geloven
en haar stem slaakt droeve ondertoon.

Een karma nieuw, een nieuw geluid,
een tocht naar 't verre Dracula
en nu vol angsten wacht de bruid
op bloedtransfuus in natura.

Zó na was zij als hondecoeter
bij het Ig nochdat ooit ik het wist;
dus Roemer’s dochter fataal gemist..!

Maar haar hervonden in't geploeter
amechtig, bouwt zij waarlijk magistraal
aan haar eigen heil’ge Graal!

Jos Heitmann
Amsterdam
15e juli 1997
  
 -----------------



Lilians intellectualiteit

Ik heb ernstige twijfel of ze wel intellectualiteit bezat, laat staan intelligent is geweest. Praten kon ze volop en voluit maar denken of doordenken geenszins.
Geef haar eens de gelegenheid een voordracht te houden of een zaak uiteen te zetten van drie kwartier over een of meerdere eigenschappen aangaande de anthroposofie of Wagner, geef haar uiteindelijk de kans in vijf minuten… Het is nooit gebeurd maar als ze praat dan is de te distilleren kennis niet meer dan het aanstippen van namen en zaken. Er is dus geen abstractie noch overzicht, laat staan resumeren, kortom geen vissegraat. Wat wil je van een mulo-meisje waarvan een verkregen diploma van eindexamen nog niet eens bewezen is.

Ik begin met mijn duidelijke constatering dat Lilian nooit blijk heeft gegeven de Duitse taal te beheersen. Zonder Duits red je het werkelijk niet in studie van de anthroposofie en Wagner! Bryan Magee zegt dat je in Engeland kennis van Wagner kunt krijgen d.m.v. transcriptie maar als je meer wilt weten moet je toch echt Duits leren. Zij las dus Nederlands of hoorde simpelerwijs aan zonder ooit aantekeningen te maken. Een slordigheid. Mijns inziens, zo wordt kennis gebrekkig opgebouwd tot wartaal. Let op: Christengemeenschap is geen anthroposofie en omgekeerd. Voor beider geschiedenis inviteer ik U zelve de studieboeken ter hand te nemen.

Ik vervolg met Etty Hillesum over wie ze een korte opmerking maakte met de strekking of ik niet haar wilde lezen. Nu heeft deze schrijfster mijn interesse in het geheel niet maar ik erken dat ze zeer intelligent is. Hoe dit zich manifesteert in het diarium-genre is mij niet bekend maar hoeft ook niet. Dan was het voor Lilian toch de kans bij uitstek geweest mij warm te maken om een schriftuur dezer schrijfster wel ter hand te nemen maar mooi niets daarvan. Een naamsvermelding, meer niet.
Die andere kliederaarster van trivialiteiten heeft ze nooit ter sprake gebracht, evenmin ik. Ik zou namelijk mij zo laatdunkend over die meid hebben uitgelaten dat Lilian zich beledigd voelt. Maar dan is het haar christelijke attitude immer mij dit weer te vergeven.

Even verbaasd werd ik te constateren haar bekendheid met sir Artur Evans. Zij is in Knossos geweest en heeft een boek van ‘n zekere Henrik Scholte. (1958). Gids voor Griekenland gelezen. Als ik gezegd heb dat het overblijfsel van een kasteel eerder moderne herbouw is zal ze wel hiervan hebben opgekeken. Maar nooit een verhaal over, laat staan allusie aan archeologie of mythologie.

Meermaals is ze vanaf 1996 naar de Wagnerweekends geweest van het Wagnergenootschap te Amsterdam (oude naam) dat werd georganiseerd vanaf eind 70er. Voornamelijk sprekers uit de club zelf van wie niet altijd een professionele deskundigheid te verwachten zij, eerder een goed amateurisme. Desalniettemin moeten de mensen toch zelf de invulling van het programma verzorgen en dat is al moeilijk genoeg. Door darüberhinaus nog hele weekends te organiseren met logies is de lat wel erg hoog gezet, het geeft een tweedeling in knappen en dommen, nog beter in de rijken en de armen. Dat Lilian meeging vond ik sterk, eigenlijk had ze beter gewoon meer kunnen lezen maar  zoveel geld had ze ook weer niet. Toch maakte ze een opmerking over een spreker die ze maar dunnetjes (een woordje van Dr. Herman Hoelen) vond en waarmee ik het eens was. Dat was me nu een man die met een lawine van feiten een expertise suggereert maar toch door de mand valt.

Ze sprak over Rilke zonder al te veel feiten.
Idem over Rodin.
Idem over Jawlenski, dat met een fotoboek van zijn beroemde Christusgelaten. Echt een analyse of beoordeling hoorde ik niet, het was eerder ingetogenheid en stilte. Ik vond dat je bij het tonen van die artistieke werken toch wel wat moet kunnen zeggen.

Ze volgde in 1998 maar liefst twee cursussen in de Christengemeenschap te Amsterdam die 3 resp. 5 avonden kunnen duren. De inhoud is “ongelooflijk helder en wetenschappelijk”, naar haar zeggen. Het laatste adjectief betwijfel ik maar ze heeft ook geen verstand van de wetenschappelijke methode.

De leesavonden in 1999 t.h.v. Lilian o.l.v. de anthroposofisch expert Robert-Jan Kelder van het Willehalm Instituut handelden over Rudolf Steiners boek De Filosofie van de Vrijheid (1918).


Rudolf Steiner


Kelder en ik bezaten de Duitse tekst, Lilian en de anderen de Nederlandse vertaling. Ik geloof dat Lilian bloedijverig de desbetreffende hoofdstukken heeft gelezen maar wat heeft ze daarvan opgestoken? Echt een filosofische basis heeft ze nooit gehad, laat staan wat ze weet van de geschiedenis. Ik begon als scholier al met Störig! Ik geloof niet haar veel gehoord te hebben anders dan zij mij want ik interrumpeerde meermaals. Echter is Kelder niet zo makkelijk te overtroeven. Als op p 59 de Engelse filosoof Herbert Spencer optreedt, de grondlegger van het sociaal darwinisme is het met mijn interesse na de 5e keer snel gedaan. Ik haakte af maar behoud voor the fittist Kelder my utter respect.

Herbert Spencer


Lilian komt al vanaf 1980 in Dornach. Ik hoef haar daaromtrent niet veel te zeggen want mijn boek over Das Goetheanum II (1978) kent ze heus. Elke zichzelf respecterende groep eist voor zich een groot en kenmerkend gebouw: St.-Pieterskerk, Salt Lake Temple, Westminster Abbey en zelfs de Albert Speer-architectuur. Verdenkt uit te spreken meermaals de Jezuïeten van brandstichting Goetheanum I (oud en nieuw 1922/23) maar dat is geen officiële theorie of wellicht 'n publiek geheim. Twee malen zal ze mij lieflijk verwijten (ook) intolerant jezuïtische leerling te zijn. De eenvoudige vermelding Dornach te frequenteren geeft een goede indruk al is het maar de kennis te doen hebben en onderdeel te zijn van het generale respect.


Goetheanum II Dornach, Zw
 

Ik besluit met het belangrijkste dat ik aangetroffen heb: haar deelneming op 7 december 1996 aan een actiegroep die de Anthroposofische Vereniging wil bijsturen:

Kring voor Anthroposofie - Kringnieuws #1 januari 1997

De doelstelling van de Kring luidde als volgt “Uit de situatie die zich met betrekking tot de anthroposofie in Nederland heeft ontwikkeld en zich heeft toegespitst in 1996 is bij een groep mensen de behoefte ontstaan een kring te vormen, waarvan de deelnemers, ieder op individuele wijze, willen staan voor Rudolf Steiner en zijn werk, dat wil zeggen: willen optreden waar de intentie van dit werk wordt verdraaid of zijn persoon verdacht wordt gemaakt en die zijn werk open willen uitdragen, opdat het de plaats in de cultuur kan innemen, die het krachtens zijn wezen toekomt. Hiermee is verbonden het streven om de schade die met name de laatste twee jaar is aangericht, zo goed mogelijk te herstellen."

Dit wil zeggen dat over Rudolf Steiner altijd en eeuwig onjuistheden worden nagepraat, duidelijk een onwil. Dit wist Lilian goed te zeggen.
Dit anthroposofisch gezelschap bevat naast Kelder een der grootste kopstukken als Wim Veldman (van wie ik geleerd heb dat Wagners Parsifal niet alleen Chrétien de Troyes als voorganger heeft  maar nog drie epi meer). Lilian had voor Veldman hoog respect (ook voor Maarten Udo de Haes+). Wat is Lilians criterium geweest ausgerechnet te kiezen voor deze groep en niet voor het bestuur van de bestaande AV of voor een tweede actiegroep?
Ik geloof dat Lilian nooit een afweging heeft kunnen maken op rationele gronden. Wel dat zij blindelings een knap figuur als Veldman volgt die zij immers vanaf 1980 te Zeist goed heeft leren kennen.
Er zal haar nooit gevraagd geworden zijn wat ze hier nu eigenlijk te zoeken heeft…

Van wetenschappelijk (Popper) denken is dus geen sprake, de amateuristische kennisopbouw is voor haar onwrikbaar inzicht, dat na toch wel behoorlijke presentatie van gegevens eigenlijk uitmondt in een door haar doorvoelde “magische plek” in het veld... Een persoonlijk geloof dus. Ai, wel dogmatisch. Eigenlijk is de anthroposofie helemaal niets voor haar of het is haar persoonlijke anthroposofie anders zou je de wetenschap mooi ridiculiseren!


Lilians familieconstitutie

Over haar moeder werd reeds gezegd dat die niet meer in staat was tot opvoeding harer in de bezettingstijd geboren kinderen. Altijd wordt geschreven dat de verschrikkingen in die oorlogsjaren veler betrokkenen (niet alleen Joden) op hun gehele leven een stempel gedrukt hebben gekregen en de verwerking hiervan in de weg is komen te staan. Maar ik weet dat vóór de oorlog zeker in de proletarische milieus als in Jodenwijken generaties lang een hoeveelheid lichamelijke ziekten heersten die vanzelfsprekend ook hun psychische invloed uitoefenen. Romantisering van die buurten zoals wel geschied houd ik voor dom.
Dochter en zoon werden om 1949 zoals dit heet uit huis geplaatst en kregen in elk geval goed te eten. 
De vader stierf jong maar daar had Lilian in feite geen boodschap meer aan, ze zat immers in een warm nest, zoals de regering wilde bij bijv. getraumatiseerde Joodse weeskinderen (dissertatie psychiater Hans Keilson, 1978). De prioriteit kregen protestantse pleeggezinnen en daarna met (toenmalig)  argwaan katholieke. Anderen hadden zoveel psychische problemen dat zij bij prof. Jan Bastiaans op de bank gingen met toediening van LSD. Hun geschrei liegt er niet om en je krijgt er dan ook kippenvel van maar later bleek dat de schokkende dialogen vervaardigd zijn op basis van de klinische dossiers (eerder een litteraire werkstuk dan). Z.K.H. prins Bernhard schreef nog een voorwoord.
Geestelijk had Lilian een push up om te mogen omgaan met de intelligente kinderen van de gereformeerde predikant, zij sprak altijd beminnelijk over "mijn zusje". Maar voorop staat dat ze de mindere is geweest. Dit zou ze na 1980 revancheren met haar carrière in het anthroposofisch milieu. Dit deed zij voornamelijk door dichtbij vooraanstaande mensen te staan en ook buiten dienst met hen om te gaan. Zij koos dus haar voormannen uit, met de bizarre consequentie geen oppositie te bedrijven, eerder aanhankelijk te wezen. Dan heeft ze zich feitelijk aan hen opgetrokken!
De zoon kreeg vlak voor het overlijden van zijn moeder een hersenbloeding en werd blijvend invalide. Ik weet niet of Lilian dit ervaren heeft; indien wel heeft het haar verscheiden bespoedigd. De vriendin van de familie, de vermaarde Joodse zangeres Lilian Vieria, met wie ik tijdens de wandeling naar het graf een gezellige babbel voerde, heeft nadien te Utrecht een benefietconcert gegeven om acht mille voor noodzakelijke revalidatiekosten bijeen te brengen. Moge U weleerwaarde lezer niet denken dat praten tijdens de begrafenis oneerbiedig zij; het was de uitdrukkelijke laatste wens van de overledene dat het met name op de receptie "gezellig zou zijn".
De dochter heeft de wereld leren kennen door langdurig verblijf in het verre Azië en Frankrijk, Toulouse. Op de Vrije School is ze als een bloem ontloken, wellicht is ze van nature melancholisch. Ook heeft zij studie verricht en is dus in feite hoger opgeleid. Als coach of impresariaat voor de Joodse zangeres heeft zij veel gereisd en georganiseerd. Maar ik weet dat zij vele malen ernstige gezondheidsproblemen heeft gehad waardoor haar moeder beangstigd werd. De intelligentie en het doorzettingsvermogen hebben de dochter sterkte gegeven en haar wil gestaald.
Van haar broer kan ik niets zeggen dan dat deze cynisch stond tegenover Lilians "pseudoreligieuze" gezwam of hij gebruikte echt een ander woord.
De lichamelijke constitutie van de familieleden pleit derhalve voor een voortdurende attentie. Vandaar dat de keuze voor voedsel zo een belangrijke plaats inneemt als ook het zelf moed in spreken door te zetten. Psychisch zal er een bedrukte sfeer zijn geweest want moeder was overbezorgd.
In de dochter wordt de geest van vooruitstrevendheid als die van Lilian voortgezet.
Als de kinderen het huis uit zijn wordt het huis te Bilthoven allicht te groot voor twee. Beiden verhuizen naar een appartement in het centrum boven een bank. Het was een slag in het gelaat van Lilian zo tussen beton bekneld te moeten wonen dan in een groene omgeving waar ze de tuinen kon onderhouden. Echter is het een normaal verschijnsel dat weduwen bijvoorbeeld in een te groot huis wonen en met een lekker kapitaaltje achter de hand in Menno Simons verblijven, ik heb ze gesproken. Maar Lilian wist al dat ze dit niet wilde en niet kon accepteren.
Zij vluchtte naar Utrecht alwaar haar beste en veel oudere vriendin haar maandenlang heeft opgevangen. Vandaar uit nam zij veelvuldig contact met mij op. Eigenlijk fungeerde ik als een klankbord of noem het interactiviteit.

De scheiding wordt afgesproken op 23 augustus 1995; snel heeft ze een aardige vriend die behept bleek met het syndroom van Gilles de la Tourette en ze neemt de vlucht. Dat betekent een voorzichtigheid voor later en voor mij achteraf de idee dat ik illico de kennismaking beter had kunnen kappen. Op 23 februari 1997 is de scheiding uitgesproken. Ze vlucht drie maanden naar een vriendin van haar dochter, de Joodse Lilian Vieria te Amsterdam en heeft de vrijheid naar het Wagnergenootschap, vrienden en kennissen.


Lilians onafhankelijkheid

Eindelijk kon ze een fraai appartement betrekken in Buitenveldert. Maar eerst kwam ze vaak naar Amsterdam voor vrienden in (voormalig) Ludwig aan de Beethovenstraat. Ik zag haar toch op 28 november 1996, strak gelaat, volledig verstijfd, grote passen, in tram 5, ik groette maar ze zag mij niet. De echtscheiding was in volle gang en ze kreeg een geweldige dreun een dertig jaar stuk levensgeschiedenis achter haar te moeten laten; een 3 of 4-weekse reis naar Roemenië moet opluchting brengen. Ze had haar eigen verworven Art Deco-meubels meegebracht en kreeg een derde van de goodwill van het bedrijf. Als Joodse was ze zakelijk door eerst de meubels al bijtijds weg te halen om te laten opslaan en ze glimlachte dat ik van goodwill wist. Overigens van de verzekeringsmaatschappij. Toch was het totaliter maar karig wat ze aan spullen en kleding (steeds dezelfde pantalon met rafeltjes) bezat, koopt ook 2h kleding, eigenlijk was alleen de slaapkamer van drie sterren-kwaliteit. Ze had de Andrieskerk op loopafstand en het Wagnergenootschap met korte autorit te parkeren in de donkere zijstraat van het Vondelpark. Ongelukkigerwijs zijn anders van huis uit drie trams nodig om in De Tambour te komen. Echt(er) naar Zeist als gedurende 1980-1997 hoefde niet meer. Maar haar nieuwe stek zal toch van korte duur blijken als Amor haar beschiet. Ik zie haar nieuwe liefde op kerst 1998 waardoor al mijn distantie al verzekerd is.

Onze laatste reis was naar Zeist, nadien reden we nog langs haar eerste vrijstaand huis te Bilthoven waar ze dertig jaar heeft vertoefd met lief en leed. Ze remde af en ze moest slikken; haar gelaat was star en stil. Ook zagen we de afschrikwekkende betonwoning boven de bank. Haar chaufferen was voortreffelijk. Deze 25e februari is feitelijk ons laatste fysieke contact in vriendschappelijke sfeer. I ben voor het eerst en tegelijkertijd het laatst in Zeist geweest! De vijf leesavonden gaven geen aanleiding meer tot persoonlijk gesprek. Ik verdacht Kelder ervan dat hij zogenaamd de trap afliep maar niettemin naar Lilians woning terugkeerde, zonder ons.
De 11e mei 1999 was ik het laatst op visite. 
Haar nieuwe liefde heb ik dit jaar dus nog twee maal tesamen met Lilian ontmoet, echter toen zijn deshumilierende boedelscheiding een feit was wilde hij mij niet meer ontvangen. Lilian accepteerde dit en verbrak hevig emotioneel ons contact. 
 
 
 Jawlenski in het SM Matisse overzichtstentoonstelling



Lilians Religieuze belevenis
 

Als Vondel zijn Altaergeheimenissen schreef (1645) zal de meester niet geweten hebben dat ene Lilian eind XX eeuw zijn enerverende en onophoudelijke jambische ontboezemingen ten aanzien van de teerspijze ten volle zal beamen en met hart en ziel in praktijk brengen. Het heilig Sacrament is door de Christus als liefdebinding de gelovige geschonken om op aarde de pax Christi in praktijk te brengen en te verwerkelijken. "Liefde overwint alles", zegt Lilian en zij maakt het! Een kwaad woord zal je nooit van haar gehoord hebben ook al zal haar nog zo veel verdriet worden aangedaan. Ze blijft zichzelf wat ze heeft opgebouwd in dertig jaar huwelijk en twintig jaar Christengemeenschap. Haar ex die ze ontzettend heeft liefgehad zal daarom op 2 april 2005 tijdens de plechtige herdenkings Mensenwijdingsdienst een witte bloem in zijn hand houden ook al beseft de man niet wat er geschiedt. Maar het gaat helemaal om Lilian die ergens boven reist en haar nieuwe leven aanvangt.
Met een boos hart kan geen teerspijze genuttigd worden, heeft ze vaak gesteld. Het is waar, de gemoedsstemming is een noodzakelijke basis. Nog herinner ik me dat een conservatieve man in De Krijberg tegen was dat tijdens 'n uitvaartmis familieleden en bekenden ter heiligen communie gaan, wat ze anders in jaren niet verricht hebben en nu opeens wel omdat het zo hore. De voorbereiding op de heilige mis is daarom geboden. immers de mis is heilig. Het is de schat van het geloof, behoedzaam bewaakt en bewaard door de Kerk.
De roomskatholieke Kerk kent de presentia realis in het heilig sacrament, ontstaan door de consecratie met de instellingswoorden. Echter wordt dit in de Christengemeenschap die Verwandlung genaamd. Toen ik ten tweeden male in de Andrieskerk was complimenteerde ze mij dat ik (al) ter communie ging, zij had namelijk zo haar reserve. Ik was toen nog niet eens lid en ingewijd. Hetgeen niet wil zeggen dat ik niet wist wat ik deed.
Op Witte Donderdag de 9e april 1998 gingen we samen naar De Krijtberg voor de bijzondere liturgie alwaar volgens traditie de heilige Communie in twee gedaanten wordt uitgereikt. Ik had haar daar voor warm gemaakt en zij werd nog meer getroffen door de schoonheid van de mis. Tijdens de communie, ditmaal staand wegens de wijn, stond zij in volledige trance en doopte de hostie in de wijn. Het ging langzamer dan de anderen, de ministrant accepteerde dit. Toen ik, die sneller te werk ging want in 1997 had ik deze bijzondere heilige mis al meegemaakt en geprezen.
Hic Lilia perfecta est. Misschien ook een beetje heilig. Kijkt God alleen naar intellectuele geesten en zijn de naïeven dan minderwaardiger?
Hier is een gedrag dat de ratio werkelijk te boven gaat, het rationele van de Jezuïeten dat ze altijd misprees, ook in mij. Op deze avond in het geheel niet alhoewel de priesters dezer orde waren.
Eendrachtig gingen we nog voor spätschoppen naar De Zwart en aten bij Van Dobben. Per metro in Buitenveldert aangekomen ging Lilian alleen in de donkerte naar huis en liet haar auto mooi staan op De Boelelaan.


In Memoriam profundam
Lilian Sylvia Visser (1943-2005). Foto 2002.




Jos Heitmann
AMSTERDAM 

12-6-2015 

Mailto: