dinsdag 25 februari 2014

Van Paridon Roomskatholieke Parafernalia

Hoe vaak ben ik niet aan de Nieuwezijds geweest en mocht ik altijd een small talk maken met de kwieke weduwe Van Paridon. Ik moest toch eens wat onbescheiden over haar privéleven spreken en vroeg haar familie te zijn van een of twee Paridons die in mijn tijd op het St.-Ignatiuscollege te Amsterdam hebben gezeten? Ze antwoordde kortaf: "Dat is een andere tak."


Veilleuses Mariposas Night-lights Nachtlichte Nürnberg
In de zaak kwam ik uitsluitend voor kerkwierook, alhoewel ik ook eens oliepitjes heb gekocht. Ik herinner mij de soorten Caspar, Pontifical, Gloria en Vaticaan. De eerste vond ik de heerlijkste en is door mij de meest gebruikte, de laatste de zwaarste.



Daarbij nam ik (voldoende voor de eerste maanden) twee rolletjes kool die bestond uit geperste gemalen houtskool waardoor er een lucht was ingesloten om het kooltje snel te laten branden. Ik heb wel geëxperimenteerd met houtskoolbriketten die ik aanvankelijk door de helft zaagde en met spiritus aan de gloei kreeg maar dat gaf onnodig vonken hetgeen niet zonder gevaar is in de huiskamer.

Omstreeks 1993 werd de zaak verkocht aan twee bevallige jongedames. Voor die kom je meer terug, heb ik als ondeugend man (ik ben nu eenmaal zo) vaak gedacht. Ze bezwoeren mij met alle macht een zo unieke winkel voor de maatschappij te willen behouden, een gedreven idealisme dus.

Toen ik in 1997 als geregelde bezoeker van De Krijtberg een mooi crucifix wilde kopen hebben ze mij lieftallig geholpen. Een vrouw aaide een metalen voorwerp en koesterde het zowat, het bleek 't crucifix te zijn dat mij meteen aansprak. Zij moet dit intuïtief gevoeld hebben! Het beeld hangt nog in mijn huiskamer maar in de Krijtberg laat staan elders kom ik niet meer, dit is een te groot verhaal nu, het schrijven van mijn memoires over mij religieuze epoche heeft mij vijf maanden kostbare tijd gekost en het resultaat blijft voor mij persoonlijk.




Maar er kwamen baby's die in de kelderruimte gekoesterd werden. Tja, baby's vond ik wel leuk om te zien maar meer dan ook niet. Je kan wel raden dat een werkkring buitenshuis met baby voor hen gecompliceerd wordt.

Ten tweede male werd de zaak verkocht aan een monnikenabdij. Ik heb steeds andere lui gezien.
Dan gaan er gekke dingen gebeuren:

  1. Ik vraag twee doosjes kool. Hij loopt naar achteren en pakt twee kartonnen dozen kool bevattend wel 50 rolletjes per karton. Een spreekfoutje van mij, ik had rolletjes moeten zeggen maar kan die zijn monnikenverstand nu niet gebruiken dat ik maar een kooltje voor de huiskamer benodig? Ik was woedend.
  2. Een neger vraagt om hosties, zeker lid van een sekte waar aan consecratie wordt gedaan. Hij krijgt een grote juten zak vol.
  3. Na een aantal weken blijkt mijn hoeveelheid Caspar aanzienlijk geslonken, ongewoonlijk. Ik was verbaasd en ga toch het zakje nog eens bekijken, het blijkt 75 gram te bevatten. De eerstvolgende gelegenheid breng ik bij de monnik ter sprake dat ik 75 i.p.v. honderd gram heb gekocht waarop hij als antwoord geeft: "Ik wil de prijs graag gelijk houden!" Vandaar dat ik het niet gemerkt heb en er dus mooi ingevlogen ben. Ik was woedend.

Enfin, het laatste incident deed de deur dicht, ik vond ze maar slappe lullen en ben ik nooit meer teruggekomen. De wierooktijd is voorbij maar er zijn andere zaken, Internet ook, alleen kost het meer dan ik gewend ben geweest. Daarom heb ik op de restjes na geen wierook meer in huis doch wel een fijne herinnering aan de geurige zondagavonden!



Lees ook: Artikel in Trouw 15-12-2000















donderdag 20 februari 2014

Lucy Verbart ziet Kinderen als Zeepbellen

De dichteres ziet kinderen voorbijgaan of weggaan in de slaap. Zij schreef de dichtbundel op 27-jarige leeftijd in 1980. De meesten zijn meisje maar er speelt een jongetje.

Zelf is de vrouw 1.60m en tenger en komt naar de foto ook over als een kind (met bril). Observerende ogen. Haar huwelijk was maar 'n enkel jaar zodat ik haar bepaal als eenkennig en dromerig. Merkwaardig te voeren een tegenstrijdige levensontwikkeling afkomstig te zijn uit een R.K. gezin van tien kinderen! Zoveel gedichte liefde is ook idealistisch en soms onwerkelijk. Niet vermeld is de respons van haar evocatie maar het zijn ook nog kinderen.

piepkleine kindertjes
streelt mijn voel-vinger
aait mijn voel-wang
het aait mij lachend terug

Zeepbellen (1980) p10


Haar dochter is dus in een eenoudergezin grootgebracht zij het thuis met grote zorg en liefde.

Naast Nederlands is ze sensibel voor Europese talen. Dan zou je door lezen een litteraire basis kunnen ontwikkelen doch schrijft zij voornamelijk cursief in spreektaal. Dat is direct om het positief te willen zien. Doch is zij daarbij uitweidend en langdradig wat ontstaat door geringe ervaring in tegenwicht van sociaal contact.

Twintig jaar later schrijft Lucy kinderverhalen.